Als schakel binnen de bouwketen zet A. Van Grunsven Transport al enkele jaren alles op alles om de emissies van CO2 en stikstof terug te dringen. Zo ontwikkelde Van Grunsven speciale isolatie voor kippers die asfalt vervoeren, en rijden ze met de jongste generatie Euro 6-trucks. Daarnaast is het transportbedrijf in samenwerking met brandstofleverancier Den Hartog overgestapt op een geavanceerde, CO2-besparende brandstof. “We zochten iets waarmee we de emissie per direct konden terugdringen. Nu, vandaag al”, zegt Anton van Grunsven.

Lagere emissie met geïsoleerde bakken

Van Grunsven richt zich met name op het transport van losgestorte bouwmaterialen, zoals zand en grind. Binnen deze markt hebben A. Van Grunsven Transport in Uden (N.-Br.) en het zusterbedrijf Westdijk Kippers in Utrecht zich door de jaren verregaand gespecialiseerd in het transport van asfalt voor de wegenbouw. Landelijk zijn hier meer dan honderd eenheden actief mee. Deze nichemarkt stelt specifieke eisen aan het transport. Door zelf met technische innovaties te komen, lukt het Van Grunsven om telkens in te spelen op de wensen van de markt. Een mooi voorbeeld is de ontwikkeling van eigen kippers die veel beter geïsoleerd zijn. Hierdoor verliest het asfalt tijdens transport minder warmte. De asfaltcentrale, de producent van het asfalt, hoeft het product dus minder te verwarmen om de gewenste eindtemperatuur bij aflevering op het werk te garanderen. Die lagere productietemperatuur spaart binnen de keten een enorme hoeveelheid energie uit, en dus CO2-emissie. Van Grunsven ontwikkelde deze kippers zelf, wat het innovatieve karakter van het bedrijf onderstreept. Deze tak is zelfs uitgegroeid tot een zelfstandig bedrijf: Tibeg.

Niet wachten, nú emissie beperken

Voor menige buitenstaander nog een bijzondere ontwikkeling, voor Van Grunsven is het werken met deze kippers inmiddels de standaard binnen het transportbedrijf. Net als het rijden met trucks die voldoen aan de Euro 6-emissienormen om een lage emissie van CO2 en stikstof te kunnen garanderen. Van Grunsven kijkt graag vooruit. De markt, specifiek de wegenbouw, vraagt om een reductie van CO2 en stikstof die verder gaat dan wat de huidige generatie dieseltrucks – hoe schoon ook – kan bieden. Elektrisch rijden is dan al snel hét antwoord. Inzet van elektrische trucks met een accupakket kent technisch echter nog beperkingen. In distributiewerk zijn er mogelijkheden, maar voor het zware transport waarin Van Grunsven actief is, zijn die mogelijkheden nu nog beperkt. Niet alleen vanwege de hoge gewichten, maar ook omdat 24/7-inzet niet uitzonderlijk is in het hoogseizoen. Tijd om een accu op te laden is er dan simpelweg niet. Ondanks alle beperkingen laat Van Grunsven deze techniek zeker niet links liggen. “We werken achter de schermen al concreet aan het elektrificeren voor de toekomst. Dat zien we als belangrijk”, legt Anton van Grunsven uit, “ook met het oog op het Klimaatakkoord zoals dat er nu ligt. Tegelijk willen we niet wachten op toekomstige ontwikkelingen. Daarom gingen we een paar jaar geleden al op zoek naar een techniek om per direct de CO2-emissie van ons wagenpark actief terug te dringen.”

Schonere diesel biedt uitkomst

In dat bestaande wagenpark is de Euro 6-dieselmotor een gegeven. Om dit wagenpark verder te verduurzamen koos Van Grunsven ervoor om de gebruikte diesel te vervangen door een schonere variant. Hiervoor ging de transporteur een samenwerking aan met Den Hartog in Groot Ammers. Deze brandstoffenleverancier en het transportbedrijf zijn van oudsher familiebedrijven, waardoor ze met dezelfde korte lijnen werken en snel schakelen. Van Grunsven: “Daarom is er een goede klik.”

Duurzaam werken is snel gezegd. De realiteit binnen de transportbranche is dat de winstmarges vaak smal zijn. Volledig overstappen op een geheel plantaardige diesel als HVO betekent een significante meerprijs. Een hoger tarief rekenen ligt moeilijk, tenzij de klant hier écht een meerprijs voor over heeft. Van Grunsven zocht dus naar een middenweg: direct de emissie beperken, maar wel op een manier die ook nu al economisch haalbaar is. Logisch, een investering in het milieu moet simpelweg ook economisch duurzaam zijn. Bovendien heeft Van Grunsven te maken met een gemengd klantenbestand, zo legt hij uit. “Een deel van onze klanten hecht nog weinig waarde aan CO2-reductie, terwijl het voor anderen wél belangrijk is.”

Biodiesel

Van Grunsven koos er in overleg met Den Hartog voor om met alle trucks over te stappen op een geavanceerde FAME-biodiesel. Hierin is gemiddeld 10 procent van de fossiele diesel vervangen door hernieuwbare biodiesel. Deze is niet gemaakt uit omstreden voedselgewassen, maar uit reststromen als gebruikt plantaardig frituurvet. Dat maakt de brandstof écht duurzaam. Zo is een CO2-reductie tot 27 procent over het gehele wagenpark mogelijk. In de praktijk is die reductie iets lager. Van Grunsven kan immers niet altijd op de thuisbasis in Uden deze speciale diesel tanken. “Soms moeten we onderweg bij een tankstation tanken. Helaas merken we dat deze brandstof nog niet overal te krijgen is”, legt de ondernemer uit.

Om toch correct vast te kunnen leggen met hoeveel ton het transportbedrijf de CO2-uitstoot op jaarbasis reduceert, verstrekt Den Hartog certificaten bij elke levering van de speciale diesel. Hiermee kan Van Grunsven zich onderscheiden in de markt, en aantonen hoeveel ton CO2 het in een jaar bespaart. Anton van Grunsven: “Hecht een opdrachtgever op een bepaald project waarde aan een emissiebeperking, dan kunnen we onze jaarbesparing precies daar inzetten waar die gewenst is.”