oordeel Europese rechter

Terugkeerplicht voor vrachtwagens van tafel

Vrachtwagens op een parking
Vrachtwagens hoeven niet langer om de acht weken terug naar hun thuisland. Foto: RvdM / T&L

De terugkeerplicht voor vrachtwagens is van tafel. Rechters in Luxemburg oordelen vrijdagochtend dat de terugkeerplicht, waarbij vrachtwagens minstens elke acht weken moeten terugkeren naar de vestiging van het transportbedrijf in het land waar ze geregistreerd zijn, nietig is. Zeven EU-landen hadden in totaal vijftien rechtszaken aangespannen tegen het EU-Mobiliteitspakket bij het Europese Hof van Justitie (EuGH).

Dat meldt de Duitse transportkrant DVZ. Volgens het Hof hadden de EU-wetgevers niet voldoende informatie om te beoordelen of deze regel proportioneel was, wat de reden is voor de uitspraak. Het Hof heeft hiermee het advies van de advocaat-generaal gevolgd. De uitspraak is definitief: daarmee is er een einde gekomen aan een langdurige juridische strijd.

Het pakket heeft als doel een gelijk speelveld in het Europese wegvervoer te creëren en uitbuiting te bestrijden. Polen, Bulgarije, Roemenië, Litouwen, Hongarije, Cyprus en Malta zien deze maatregelen echter als een beperking van de vrije interne markt en beschouwen het als discriminatie van vervoerders uit hun regio.

Extra kilometers

De terugkeerplicht voor voertuigen leidde ook tot veel onbegrip bij de lidstaten. Deze maatregel zorgt in de praktijk voor een forse toename van het aantal gereden kilometers en leidt een flink capaciteitsverlies.

De zeven EU-landen hebben ruim twee jaar geleden vijftien rechtzaken aangespannen tegen het Mobiliteitspakket. Naast de terugkeerplicht gaat het daarbij ook om nieuwe regels voor cabotage, rij- en rusttijden en het gebruik van de tachograaf. Met uitzondering van de terugkeerplicht, heeft het EuGH alle rechtszaken afgewezen.

Auteur: Fleurisanne van Eijck-Botman