Het Eurovignet moet in Nederland, Luxemburg, Zweden en Denemarken worden betaald voor het gebruik van de snelwegen door vrachtauto’s boven de 12 ton. Het kabinet heeft met de betrokken landen afspraken gemaakt om de tarieven vanaf 1 juli volgend jaar te verhogen voor de oudere vrachtauto’s (Euroklasse 4 en lager). Zo gaat het tarief van een jaarkaart voor een Euro 4-voertuig in 2019 omhoog van € 1.250 naar € 1.404. Voor een Euro 3 gaat het om een stijging van € 1.250 naar € 1.543 per jaar. Het dagtarief wordt voor alle Eurocategorieën verhoogd van € 8 naar € 12.

Meeropbrengsten

De wijziging van het verdrag leidt tot hogere heffingsontvangsten voor de Nederlandse overheid. Volgens de rijksbegroting belopen de meeropbrengsten € 13 miljoen in 2019 en € 31 miljoen (waarvan € 8 miljoen opgebracht door Nederlandse vervoerders) in de jaren daarna. Deze worden toegevoegd aan de investeringsruimte van hoofdwegennet op het Infrastructuurfonds.

Aanpassing heffingen

TLN begrijpt de gedachte om vanwege het milieu oudere, vuilere vrachtvoertuigen zwaarder te belasten dan de schoonste typen. Maar omdat eerst Duitsland en later België het Eurovignet hebben geschrapt, is het wegennet waarop het Eurovignet geldt aanzienlijk kleiner geworden. Daarom is een verhoging van de tarieven verre van logisch, stelt TLN. Een verlaging van de tarieven zou eerder voor de hand liggen.

TLN vindt dat aanpassing van de heffingen voor het vrachtverkeer zou moeten worden geregeld met de vrachtwagenheffing die het kabinet in 2023 wil gaan invoeren. Als het kabinet de verhoging van de Eurovignettarieven doorzet, dan zou de motorrijtuigenbelasting voor zware vrachtauto’s evenredig moeten worden verlaagd. Dit mechanisme werd ook toegepast in 1996 – bij de invoeren van het Eurovignet.