De MAN eTGM heeft een accupakket van 230 kWh en daarmee een actieradius van 180 kilometer. Het vermogen bedraagt 3.000 Nm en het laadvermogen van de 6x2-motorwagen bedraagt 9 ton. “Onze ambitie om elektrisch te gaan rijden werden vier jaar geleden al vastgelegd in een intentieverklaring met MAN Trucks”, vertelt directeur Marcel van Santen. “Wij willen daarmee ruim voor de deadline van 2030 klaar zijn voor de toekomst. Door de distributie in steden, te beginnen met Haarlem en Amsterdam, elektrisch uit te voeren lopen we nu voorop in de transitie naar duurzaam transport.”
Elektrische MAN en heftruck
De nieuwe MAN eTGM heeft als standplaats Haarlem, van waaruit de distributie van bouwmaterialen plaatsvindt voor Haarlem en Amsterdam. De drieassige bakwagen is voor het lossen bij de klant uitgerust met een eveneens elektrische Moffett-meeneemheftruck.
Van Santen distribueert de materialen voor Baars & Bloemhoff, Stiho, Giebels en Qoqon, alle onderdeel van DSG. De samenwerking met Van Santen Transport helpt dit moederbedrijf om de duurzaamheidsambities van het bedrijf te realiseren, aldus Mark Bos, transportmanager bij DSG. “Wij beginnen nu met de duurzame emissievrije distributie in twee steden, maar het is onze ambitie om ook de andere grote steden in de Randstad in de toekomst op deze manier te bedienen. Deze formules voor de bouw en interieurbouw hebben ieder een eigen specialisme. De klanten zijn vooral bouwbedrijven, aannemers en interieurbouwers. De losadressen bevinden zich vaak diep in de binnenstad en in woonwijken.”
Emissieloos transport
Emissieloos transport past volgens Bos in de filosofie van DSG voor een duurzame toekomst. “Samen met vervoerder Van Santen worden deze ambities nu gerealiseerd. Vanuit ons centrale magazijn in Utrecht worden wisselbakken naar Haarlem gereden met een combinatie. Daar worden de afzetbakken overgezet op de distributietrucks, die er vervolgens mee naar de klant rijden. Wij beginnen nu met Amsterdam en Haarlem, maar de ambitie is dat we ook de andere grote steden in de Randstad en in de verdere toekomst Nederland op deze manier willen bedienen.”
