Logistici die concepten ontwikkelen om goederenstromen efficiënter en emissievrij in autoluwe gebieden te krijgen. Logistici die er met een logistiek ontwerp voor zorgen dat een ‘buurtconciërge’ levensmiddelen en medicatie gebundeld en emissievrij kan afleveren bij kwetsbare ouderen die op deze manier langer op zichzelf kunnen blijven wonen. Logistici die als analytics translator precies weten hoe ze digitale data kunnen gebruiken om praktijkproblemen binnen organisaties op te lossen. Logistici die gewend zijn om met meerdere partijen binnen en buiten de eigen organisatie samen te werken. Dit zijn slechts enkele voorbeelden van hoe Dennis Moeke graag zou zien dat studenten logistiek worden opgeleid.

Belangrijke facilitator

“Zeker nu er onder jongeren minder animo is om een logistieke opleiding te volgen, is rebranding belangrijk. Dat gebeurt helaas nog te weinig. Nog te vaak wordt logistiek geassocieerd met het schuiven van dozen. Natuurlijk is het inrichten en draaiende houden van warehouses en transport van goederen een belangrijk onderdeel van het vak, maar logistiek heeft veel meer te bieden dan dat."

"Het logistiek vakgebied is een belangrijke facilitator als het gaat om maatschappelijk transities. Denk aan verduurzaming en CO2-reductie, sociale innovatie, circulariteit en het overeind houden van een zorgsysteem dat zwaar onder druk staat. Als HBO-opleiding moeten we laten zien dat zowel de logistieke opleidingen als de sector daaraan een belangrijke bijdrage kunnen leveren. Als opleiding moeten we daar iets mee. We moeten studenten logistiek immers niet alleen uitrusten voor morgen, maar ook voor overmorgen.”

Amateuristisch

Als voorbeeld noemt Moeke de zorg. “In de ziekenhuizen is al aardig wat geïnvesteerd in logistiek en dat werpt z’n vruchten af. Bij de langdurige zorg daarentegen zijn nog enorme slagen te maken. Daar kampt men met een enorm personeelstekort en dus een capaciteitsplanningsvraagstuk. Capaciteitsplanning in de langdurige zorg is vaak erg amateuristisch. Een logistiek expert zou daar een enorme meerwaarde hebben door vraag en aanbod beter op elkaar af te stemmen, oftewel slimmer te roeien met de riemen die er zijn. Denk bijvoorbeeld aan het maken van betere dienstenroosters en routeplanningen.”

Datagedreven werken

Onontbeerlijk bij al deze ontwikkelingen, is de verdere kennis op het gebied van digitalisering. Daar moet volgens Moeke meer aandacht voor komen in de opleidingen. “Zeker als het gaat om datagedreven werken, zijn er de nodige slagen te maken. Op landelijk niveau wordt hier ook veel aandacht besteed. We zijn bijvoorbeeld bezig met het maken van goed onderwijsmateriaal.”

"Mooie woorden, allemaal leuk en aardig, maar gewoon gas erop"

Moeke benadrukt ook dat de toekomstige logisticus geen IT-expert hoeft te zijn. Hij of zij zal meer de rol moeten kunnen vervullen van analytics translator. Nu is er binnen veel organisaties een kloof tussen enerzijds de manager/werkvloer en anderzijds de data-expert. De manager/werkvloer begrijpt niet wat je kunt met data en de data-expert - als ze die in dienst hebben - ziet de context van de organisatie onvoldoende. En je kunt alleen maar slimme dingen met data als je de context goed begrijpt.

Geen gekke materie

“Die kloof moet worden gedicht. Het is daarom goed als onze studenten skills aanleren om logistieke praktijkproblemen te kunnen vertalen in datagedreven vraagstukken. Ook programmeerskills kunnen handig zijn. De studenten moeten eraan geroken hebben, zodat dit geen vreemde of gekke materie voor hen is. Het is zaak digitalisering al vroeg in te bedden in de opleiding. En dan niet alleen vanuit efficiencyperspectief, maar ook in het kader van verduurzamingsvraagstukken.”

Moeke pleit er ook voor om logistiek denken en logistiek als facilitator in maatschappelijk transities in algemene zin mee te nemen. “Het is belangrijk dat ook studenten van andere opleidingen zich bewust zijn van de kansen en mogelijkheden die logistiek biedt op tal van gebieden. We proberen daar als HAN stappen in te zetten, maar dat gaat nog niet erg snel.”

Lees ook: Lancering Vakschool Logistiek Limburg

Mindshift

Wat Moeke dus wil, is de student voldoende bagage meegegeven om morgen aan de slag te kunnen in een warehouse of een planningsafdeling. “Maar je wilt ook dat ze als wereldburger oog hebben voor de grote maatschappelijke vraagstukken. Wanneer je ze hiervoor extra bagage wil meegeven, dan loop je aan tegen het spanningsveld van beperkte tijd binnen de studie. Daarin zullen we keuzes moeten maken. Als hogescholen vinden we het belangrijk om een bijdrage te leveren aan maatschappelijke vraagstukken. Dat vraagt niet alleen goed nadenken over de studieprogramma’s en de leerstof, maar het vraagt ook een mindshift van docenten, onderzoekers en lectoren.”

Living Lab

“Als hogescholen proberen we in dit kader zo veel mogelijk inspirerende leer- en ontwikkelingsomgevingen op te zetten”, vervolgt hij. “Zo bouwen we living labs en learning community’s waar studenten onderzoek doen. Van daaruit krijgen ze al vroegtijdig te maken met wat ze in hun beroepspraktijk steeds vaker zullen tegenkomen, zoals het samenwerken in een triple helix setting.” (Het triple helix-model van innovatie verwijst naar interacties tussen de academische wereld, de industrie en de overheid. Het doel is om economische en sociale ontwikkeling te bevorderen, red)

Een van die living labs is Campus Heijendaal. Dat heeft schoner en innovatiever goederentransport als insteek. Op één vierkante kilometer huisvest Campus Heijendaal drie grote instellingen: het Radboudumc, Radboud Universiteit en de HAN. Van en naar deze organisaties gaan veel goederenstromen.

Samen willen ze de manier van belevering verbeteren. Binnen dit fieldlab onderzoeken studenten hoe het dagelijkse goederentransport van en naar de campus schoner, duurzamer, innovatiever en veiliger kan. Zo wordt er bijvoorbeeld geëxperimenteerd met gebundeld bevoorraden, om daarmee het aantal vervoersbewegingen (en dus emissie en congestie) te reduceren.

Ook proberen ze het bezorgen uit van versproducten en catering over de campus met een GoLo Coolbike in plaats van met een dieselbus. Het is de bedoeling dat dit concept gaat worden ingezet bij het vervoer van goederen, in het bijzonder gekoelde medicijnen.

Vrachtwagens die autonoom rijden

Als het gaat om het ontwikkelen van logistieke concepten in het kader van duurzaam, dan zou Moeke willen dat er meer out of the box zou wordt gedacht. “Ik stoor me eraan dat we in het kader van duurzaam vaak praten over elektrificatie van het wagenpark, maar dat we ons te weinig realiseren dat we met al die elektrische voertuigen alleen het fileprobleem niet oplossen. Het is zaak om ook aandacht te hebben voor het slimmer organiseren van logistieke stromen. Door bijvoorbeeld lokaal te produceren en/of zoals ik een collega bij Automotive hier hoorde zeggen: gaan werken met een concept waarbij vrachtauto’s autonoom en dicht op elkaar met 30 kilometer per uur mogen rijden.”

Practice what you preach

“Bij 30 kilometer per uur is autonoom rijden veel realistischer. Maar daar is wel een mindshift voor nodig. Dus niet blijven hangen in de bestaande manier van denken. Het gaat erom het fundamentele en onderliggende probleem aan te pakken. En als we dan toch bezig zijn. Ik vind ook dat opleidingen, ook de HAN, als het gaat over duurzaam, het niet moet houden bij beleidsstukken. Ik zeg altijd: practice what you preach. Mooie woorden, allemaal leuk en aardig, maar gewoon gas erop. Ook bij de HAN zelf is het nodige te verbeteren als het gaat om duurzaamheid. Net een echt bedrijf.”

Lees ook: Stijgt of daalt het aantal vrachtwagenchauffeurs?