De transportsector is breed en divers en bestaat uit vervoer over land, water, lucht, opslag en post- en koeriers en betreft zowel goederen- als personenvervoer. De ontwikkelingen kunnen per subsector en deelmarkt sterk verschillen. Als we ons voor dit artikel richten op het 'goederenvervoer over de weg, geen verhuisvervoer', kort gezegd het beroepswegvervoer (SBI groep 4941) zien we dat de omzetstijging 16,2 procent bedroeg. Dat is nog steeds een prima prestatie. De Conjunctuurenquête Nederland (COEN) van CBS, MKB Nederland, VNO-NCW en de KVK ondersteunt dit gedeeltelijk: 36,2 procent van de beroepswegvervoerders gaf aan in het eerste kwartaal een omzetstijging geboekt te hebben. Al is niet bekend hoeveel die omzetstijging bedroeg. 51,9 procent zag een gelijk gebleven omzet.

Stijging omzet

De tweede vraag betreft de oorzaak van de omzetstijging. Is dat grotere activiteit, oftewel meer of grotere vervoersopdrachten? Of is het een stijging van de prijzen, lees de tarieven? Of nog beter: de combinatie van meer activiteit en hogere prijzen? De statistiek met dienstenprijzen voor het wegtransport laat zien dat de prijzen in het goederenwegvervoer in het eerste kwartaal 2022 met 9,3 procent gestegen waren t.o.v. een jaar geleden. 

Als we ervan uitgaan dat in het wegvervoer vooral de methode van kostprijs + marge = tarief wordt gehanteerd is duidelijk dat kosten daarin de basis vormen. Die kosten zijn sterk gestegen. ING signaleerde in hun laatste assetvisie over de Truck- en trailermarkt kostenverhogingen omdat chauffeurs hoger worden ingeschaald en dat nieuwe trucks en trailers het afgelopen jaar fors duurder zijn geworden. Ook brandstof is stukken duurder: in het eerste kwartaal was de dieselprijs 37 procent hoger dan een jaar geleden. Volgens een berekeningstool van TLN leidt zo’n stijging van de dieselprijs al tot een 9 procent stijging van de totale kosten, bij een aandeel van 25 procent van de brandstofkosten in de totale kosten. En brandstofclausules zijn er specifiek op gericht om de gestegen brandstofkosten via een toeslag in het uiteindelijke tarief door te berekenen. Dat doorberekenen van hogere kosten gaat volgens ING makkelijker door de concurrerende markt en het capaciteitstekort. Dat de gestegen kosten zijn doorberekend in de tarieven blijkt ook uit het feit dat 53,6 procent in de COEN-enquête aangeeft dat hun winst in het eerste kwartaal gelijk is gebleven. 


Activiteiten 7 procent gestegen?

Van de omzetstijging van 16,2 procent hebben we 9,3 procent kunnen verklaren met de gestegen prijs. Heeft meer activiteit de omzet 7 procent laten stijgen? CBS publiceert helaas alleen jaarstatistieken over de prestaties van het wegvervoer. In vervoerd gewicht, ritten, voertuigkilometers, tonkilometers etc. Die zijn in de afgelopen vijf jaar maximaal 5,6 procent per jaar gestegen. 
Aan kwartaalcijfers zijn er twee indicatoren bij CBS beschikbaar die activiteit weergeven: vervoersbewegingen uit de 'Snelle indicatoren goederenvervoer' en orderontvangsten uit de COEN.
Voor de vervoersbewegingen levert Nationale Databank Wegverkeersgegevens (NDW) op weekbasis tellingen van vrachtauto’s (ook buitenlandse) die gedurende een week door ruim 200 verkeerslussen op de Nederlandse rijkswegen zijn geregistreerd. Het aantal vervoersbewegingen in het wegvervoer met vrachtvoertuigen was in het eerste kwartaal 2022 16 procent hoger dan die van 2021. 

Meer vervoersbewegingen kunnen duiden op hogere activiteit, dus uiteindelijk hogere omzet. Maar ze kunnen ook een indicatie zijn van optredende inefficiency: dat bijvoorbeeld dezelfde vervoershoeveelheid of transportopdrachten over meerdere ritten, voertuigen of misschien ook over meerdere transportbedrijven wordt verdeeld. Immers, het aantal transportbedrijven is het eerste kwartaal 2022 ook al 20 procent gestegen tov het eerste kwartaal 2021.
ING wijst ook al op mogelijk optredende inefficiency door de groei van e-commerce en kleinere zendingen aan huis. ING: “Doordat het Nederlandse truckpark naar verhouding ook steeds meer voor binnenlands vervoer wordt ingezet - met afleveradressen in de buurt – stijgt het aantal lege kilometers.” Een lege rit kan ook een vervoersbeweging vormen.
In de COEN geeft 53,7 procent aan dat de orderontvangst in het afgelopen kwartaal gelijk is gebleven, dus geen stijging van activiteit had. Als voornaamste belemmering wordt met 45,7 procent opnieuw het tekort aan arbeidskrachten vermeld. 73,1 procent geeft dan ook aan dat de personeelssterkte gelijk gebleven is. Ook weer indicatoren dat de activiteit niet sterk kan zijn gegroeid.

Kostengedreven omzetgroei

Het lijkt dus aannemelijk dat de doorberekening van hogere kosten tot hogere tarieven heeft geleid. Die zorgden er – bij min of meer gelijkblijvende activiteit – in belangrijke mate voor dat de omzet in het wegtransport steeg. Ook veel andere sectoren hebben te maken gehad met hogere kosten van bijv. energie, grondstoffen en (half)fabrikaten  en hebben die in hun prijzen doorberekend. Die sectoren moeten dan ook een omzetstijging laten zien. Dat is ook het geval. In afzonderlijke berichten meldde CBS dat in het eerste kwartaal 2022 niet alleen de transportsector (+27 procent) hogere omzet had geboekt, maar ook de groothandel (+22 procent), detailhandel (+14 procent), bouw (+8 procent) en industrie (+24,5 procent). Bij de omzetstijging van de industrie merkt CBS specifiek op dat dat vooral komt door hogere afzetprijzen. Opmerkelijke groeicijfers van sectoren, die allen kampen met  grote personeelstekorten. Die hoge omzetgroei lijkt dus vooral kostengedreven en daarmee verliezen die hoge groeicijfers toch helaas wat van hun glans.

Robert van Leewen is 21 jaar researcher geweest bij TLN en publiceerde daar regelmatig artikelen en rapporten.