De EU-wetgeving voor de maximumgewichten en -afmetingen van zware bedrijfsvoertuigen zijn vastgelegd in de EU-vervoersrichtlijn 96/53/EG. Deze zijn verplicht voor het internationale wegvervoer. Voor het nationaal vervoer geldt dat alleen voor de afmetingen. Landen mogen zelf hogere gewichten en aslasten toestaan. De maten en gewichtenwetgeving vormen een politiek gevoelig dossier. Dat verklaart ook waarom de richtlijn in de afgelopen 26 jaar slechts een paar keer is gewijzigd. De Europese Commissie heeft nu een grote herziening van de richtlijn aangekondigd. Doel is om de regels voor het wegvervoer tussen de lidstaten beter op elkaar af te stemmen en het wegverkeer verder te vergroenen. De nieuwe richtlijn moet ook bijdragen aan de klimaatambities van de Europese Green Deal. Dat betekent dat de uitstoot van broeikasgassen tegen 2030 met minstens 55 procent verminderd moet zijn ten opzichte van 1990.

Meer harmoniseren met EU-wetgeving

Wat verandert er? De Europese Commissie heeft een aantal zaken genoemd die ze wil aanpakken. Eén daarvan betreft de inzet van grotere en langere voertuigen. De commissie ziet daarin veel besparingspotentieel. De huidige markt is te versnipperd om dat te benutten. Het plan is om de EU-wetgeving meer te harmoniseren en ook meer ruimte te geven aan het grensoverschrijdend vervoer. Er wordt bijvoorbeeld gedacht aan automatische toestemming voor vervoer tussen twee aangrenzende landen die deze combinaties al toestaan. Voor het gewicht wordt gesproken over 60 ton voor emissievrije combinaties of in combinatie met intermodaal vervoer.
Voor het ‘gewone’ grensoverschrijdend vervoer komt de 44 ton ook dichterbij. Iets waar TLN al jarenlang voor pleit. Steeds meer landen hanteren deze grens al voor het binnenlands vervoer. De Europese Commissie gaat onderzoeken of deze waarde ook voor het internationale verkeer mogelijk is. De huidige problemen bij de lengte voor Europese voertuigtransporten wil de commissie aanpakken door een maximumlengte van 20,75 meter in de nieuwe richtlijn op te nemen. In veel landen geldt deze waarde al.

Stimuleren

De vergroening van het wegvervoer wil de Europese Commissie versnellen door gebruik van door alternatieve brandstoffen aangedreven en emissievrije zware bedrijfsvoertuigen te stimuleren. Er moeten meer prikkels komen om dat te bereiken. Dat kan door hogere gewichten, meer lengte of een grotere laadcapaciteit toe te staan. Hetzelfde geldt voor voertuigen met aerodynamische en energiebesparende technologieën (zoals trailers met elektrische assen). Deze zorgen ook voor minder uitstoot van broeikasgassen. Ook voor deze categorieën is het plan om te kijken welke maatregelen nodig zijn om het gebruik hiervan te stimuleren. Het intermodaal vervoer kan natuurlijk niet achterblijven. De Europese Commissie wil de technische normen aanpassen en aanvullende maatregelen nemen om de inzet hiervan te bevorderen.

Enorme klus

Exceptioneel vervoer valt nu buiten de scope van de richtlijn. Er is wel een zogenaamde ‘Best practice guidelines for abnormal road transport’ maar daar wordt te weinig mee gedaan. Het gevolg is dat ieder land zijn eigen regels heeft. Voor internationaal exceptioneel vervoer is het een enorme klus om aan de betreffende voorwaarden te voldoen. De Europese Commissie wil dat ook oppakken. Een belangrijke voorwaarde voor de herziening is dat de verkeersveiligheid gewaarborgd blijft en waar mogelijk wordt verbeterd. Maatregelen moeten ook passen binnen de verkeersveiligheidsdoelstellingen van het EU-vervoersbeleid.

Consultatieronde

TLN is blij met de plannen van de Europese Commissie voor EU-wetgeving voor herziening van de richtlijn ‘maten en gewichten’. Veel belangrijke punten waar TLN al jaren voor lobbyt staan op het lijstje van de commissie. In het kader van verduurzaming, het verbeteren van transportefficiëntie en eerlijke concurrentievoorwaarden is dat een goede ontwikkeling. De Europese Commissie heeft begin dit jaar al een verzoek tot input aan alle stakeholders in de EU gedaan. TLN heeft ook haar wensen kenbaar gemaakt. Er loopt nu een consultatieronde (tot 19 juli) waarin betrokken partijen hun mening kunnen geven over het effect van de huidige richtlijn en mogelijke wijzigingen. De bevindingen die hieruit komen, worden meegenomen in het herzieningsvoorstel. Dat wordt naar verwachting eind van dit jaar bekendgemaakt. De nieuwe richtlijn wordt eind 2023 verwacht.

Bron: tln