column

Alleen de soort die zich het beste aanpast, overleeft

Foto: Bas Koopmanschap

De AanZET-subsidiepot van ruim 22 miljoen euro voor de aanschaf van zero-emissietrucks was begin deze maand binnen twee dagen leeg en werd bovendien fors overtekend. In de tweede subsidieronde van dit jaar werd door bedrijven ruim 7 miljoen euro meer aangevraagd dan er beschikbaar was. Het bevestigt maar weer eens hoe onze sector bezig is met het verduurzamen van het wagenpark. Dat de discussie over zero-emissiezones onlangs weer nieuw leven is ingeblazen, doet daar niets aan af.

Toch is verduurzamen iets heel anders dan alleen de aanschaf van een zero-emissievoertuig. Er komt veel meer bij kijken. Want wanneer het aandeel EV-voertuigen in een vloot toeneemt, neemt ook het aantal ‘problemen’ toe. Waarschijnlijk is dit niet de juiste benaming, want echte problemen met de voertuigen zijn er niet. Uiteraard is een EV ook weleens stuk. Er kan een band lek gaan, het opladen gaat soms niet vlekkeloos en chauffeurs moeten wennen aan auto’s waarvan de actieradius niet bij elk tankstation binnen 15 minuten kan worden vergroot. Maar echte problemen? Nee, die zijn er niet. Het zijn meer verschillen met niet-elektrisch rijden dan problemen. En naarmate het aandeel elektrische voertuigen in een wagenpark toeneemt, worden deze verschillen ook steeds duidelijker.

Ik ben in de gelukkige omstandigheid dat ik dit proces bij een van onze klanten van dichtbij mag meemaken en ondersteunen. Het bedrijf is een koploper. Al jaren rijden ze met elektrische voertuigen. Het soort werk wat ze doen, leent zich er goed voor en daarbij worden ze gesteund door klanten met een ambitieuze duurzaamheidsagenda. Begin dit jaar is hun elektrische wagenpark uitgebreid van vier naar tien voertuigen. Daarmee is bijna 20 procent van het wagenpark van deze klant zero-emissie. Een serieus percentage dat nog niet veel bedrijven kunnen overleggen.

Ook bij dit bedrijf was het niet zozeer de eerste serie voertuigen die de verschillen met niet-elektrisch rijden blootlegde, maar vooral de uitbreiding. Zo waren er plots namelijk meer EV’s dan beschikbare laadpalen op het terrein. Hoe los je dat op? Kun je uitbreiden met laadpalen? En hoe zit het dan met het gecontracteerde vermogen? Kunnen we überhaupt alle voertuigen op ons eigen terrein opladen of moeten we daarvoor naar externe locaties?

En dan gaat het hier alleen nog maar over iets praktisch als de ‘brandstof’. Wat te denken van de verschillen voor de planning en de actieradius waar je als bedrijf rekening mee moet houden? Voor de chauffeur verandert er ook het nodige, want die moet bij het indelen van zijn dag met meer rekening houden dan alleen klantspecifieke wensen en de rij- en rusttijden.

Nu hoor ik u al denken: “Lekkere doemdenker die Koopmanschap, zo wordt het nooit wat met de elektrificatie. Hij zal wel blij zijn met de motie vanuit de Tweede Kamer om de zero-emissiezones uit te stellen.” Dit is zeker niet mijn insteek. Sterker nog, verduurzaming en elektrificatie zijn onomkeerbaar en noodzakelijk. Het is niet de vraag of het gaat gebeuren, maar wanneer en in welk tempo.

De verandering komt en bedrijven zijn dus vroeg of laat genoodzaakt om hierin mee te gaan. De enige vraag is: zie je de verandering als een kans of als een bedreiging? Die afweging zou elke (transport)ondernemer moeten maken. Hou daarbij de al vaker door mij geciteerde natuurwetenschapper Charles Darwin in gedachten. Hij zei namelijk: “Het is niet de meest intelligente soort die overleeft, of de sterkste soort. De soort die overleeft, is de soort die zich het beste weet aan te passen aan de veranderende omgeving waarin hij zich bevindt.”

Tot welke soort behoort u?

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Onderwerpen:

Auteur: Bas Koopmanschap