Nederland is echt een transportland. Dat zorgt voor banen en brengt geld in het laatje. En steeds vaker groen: Nederlandse bedrijven zijn goed in de bouw van uitstootvrije bussen en vrachtwagens.
Het zwaar vervoer blijft echter ook een belangrijke bron van luchtvervuiling. De uitstoot van de transportsector wereldwijd is niet in lijn met de Parijsdoelen. Zwaar verkeer zorgt voor ruim een derde van de CO2-uitstoot en zo’n 70 procent van de stikstofuitstoot van al het wegverkeer wereldwijd, en produceert veel schadelijke gassen die mensen direct inademen.

Schone vrachtwagens zijn duur 

Met de vrachtwagen en bus die rijdt op een batterij of waterstof is daar een oplossing voor. Ze zijn stil en rijden zonder uitlaatgassen. Maar ze zijn nog wel duur. Veel transportondernemers hikken tegen de prijs aan, en veel producenten aarzelen nog om massaal schone vrachtwagens te gaan maken.

Nederland wil tempo maken. Ondernemers kunnen met subsidie een uitstootvrije bestelbus kopen, en ook voor vrachtwagens is zo’n regeling aanstaande. Maar die vrachtauto’s moeten er dan wel in ruime keuze zijn. Bouwers van bussen en vrachtwagens zijn wereldwijd verspreid. Internationale samenwerking is daarom van belang.

Lees ook:
‘Overstap naar elektrisch is financieel nog niet rond te krijgen’

Klimaatakkoord: schoon wegverkeer in 2050

Staatssecretaris Steven van Weyenberg (Infrastructuur en Waterstaat): “Deze overeenkomst is een mooi begin. Nederland is ambitieus. Wij hebben in het klimaatakkoord al afgesproken al het wegverkeer in 2050 schoon te willen hebben. Het is belangrijk om daar samen met andere landen voor te gaan, zodat de markt zich sneller gaat ontwikkelen. Ik roep andere landen dan ook op zich aan te sluiten.”

Naast Nederland doen Oostenrijk, Canada, Chili, Denemarken, Finland, Luxemburg, Nieuw-Zeeland, Noorwegen, Schotland, Turkije, Uruguay, het Verenigd Koninkrijk, Wales en Zwitserland mee.

Samenwerken en kennis uitwisselen

De vijftien landen gaan beleid maken om de afgesproken doelstellingen te halen. Zij gaan intensief samenwerken en kennis uitwisselen om de ambities waar te maken. Jaarlijks rapporteren ze over de voortgang. Naast landen doen ook tal van staten, bedrijven die transporteren en vrachtwagenbouwers mee, zoals California, DHL, Heineken, Scania en BYD.

Vervanging van voertuigen

De logica achter de afgesproken ambitie is eenvoudig. Als in 2050 het wegverkeer helemaal schoon moet zijn, moeten alle nieuwe vrachtwagens en bussen in 2040 schoon zijn. Die hebben immers een levensduur van ongeveer tien jaar. En om aan te sluiten bij de logische momenten van vervanging voor ondernemers, is het doel in 2030 30 procent van de nieuwe zware voortuigen uitstootvrij te hebben.

Lees ook:
Voorkom een piekvraag naar elektrisch vervoer tegen 2030

“Het is goed dat Nederland hierin het voortouw neemt”, stelt Machiel van der Kuijl, managing director bij ondernemersvereniging evofenedex. “Als landen om ons heen ook mee gaan doen, komt er meer keuze en worden de prijzen lager. Dat is belangrijk voor onze ondernemers. Wel moet er zowel in Nederland als in de rest van de wereld nog veel gebeuren zodat de elektrische vrachtauto’s efficiënt opgeladen kunnen worden en de logistieke planning niet in de knel komt.”

“Dit is goed nieuws”, zegt Marjolein Demmers, directeur Natuur & Milieu. “Het betekent dat er een einde komt aan het tijdperk van de zware vervuilende vrachtwagens op onze wegen. Dit plan geeft een duidelijk toekomstbeeld aan iedereen in de transportsector: de toekomst zit in zero-emissie, batterij-elektrisch en waterstof, en níet in wagens met verbrandingsmotoren. Geen biobrandstoffen of e-fuels in de tank, daar zijn deze landen heel duidelijk over. De ambitie is nu gericht op 2040, wij vinden dat je daar 2035 van moeten maken. Dan zorg je voor een echte versnelling van de verduurzaming van het wegtransport. Die versnelling hebben we keihard nodig, want de klimaatdoelen van Parijs zijn nog lang niet in zicht. Het zorgt er bovendien voor dat je de technologische ontwikkelingen aanjaagt, die nodig zijn om schone vrachtwagens en bussen te produceren en van elektriciteit te voorzien. Nederlandse bedrijven zijn daar goed in, dus laten we daar dan ook de vruchten van plukken.  En heel belangrijk: een ambitie is mooi, maar we verwachten wel dat onze overheid snel aan de slag gaat om dit in wet- en regelgeving vast te leggen.”

"Dit is een ambitieus, maar haalbaar scenario”, zegt Auke Hoekstra, onderzoeker elektrische mobiliteit aan de TU Eindhoven, tegen de NOS. over de afspraak op de klimaattop. “Ik roep al een jaar of vijf dat elektrische trucks mogelijk en vanzelfsprekend zullen worden, maar het is zeer bevredigend om te zien dat het nu door de Nederlandse regering wordt gezegd.”

Laadinfrastructuur

Volgens Hoekstra heeft de komst van veel elektrische trucks grote consequenties voor de laadinfrastructuur in Nederland. Elektrische vrachtwagens hebben veel grotere accu's dan elektrische auto's. En om die enigszins snel op te laden is er meer elektriciteit nodig. ”Qua techniek is dat niet ongehoord”, zegt de onderzoeker. "Maar voor netbeheerders wordt dat best wel even puzzelen, om op bijvoorbeeld verzorgingsplaatsen voor vrachtwagens voldoende laadcapaciteit te installeren. Gelukkig loopt Nederland voorop in het ontwikkelen van laadinfrastructuur.” Tijdens de klimaattop houdt Nederland samen met Californië een aparte sessie over laadpalen. 

Lees ook: ‘Laadinfrastructuur trucks vraagt om Europese regelgeving’