“Feitelijk klopt die honderdste niet helemaal, want we hebben twéé Scania’s 530S V8 gekocht”, vertelt Henne Koot, die samen met zijn broer Bob sinds 1990 aan het hoofd van het familiebedrijf staat. “Maar er kan er maar een de honderdste zijn, dus kies maar.”

“De keuze voor een bepaald merk wordt bij ons binnen een bepaalde bandbreedte vaak ingegeven door de chauffeur”, vervolgt Koot. “En – een beetje afhankelijk van zijn staat van dienst en hoe lang hij bij ons werkt – zijn wij geneigd daar naar te luisteren. In dit geval werken de betrokkenen al heel lang bij ons. Dus ook de vraag om het extra luxe interieur hebben we gehonoreerd. We willen dat onze mensen gelukkig zijn met hun materieel.”

Verbruik V8

De beide Scania’s zijn behalve met de luxe leren bekleding en gangbare zaken als de koelkast uitgerust met een draaibare bijrijdersstoel en het premiumdashboard met het grote TFT-scherm. Voor meer veiligheid en een optimale TCO kregen de auto’s ook een retarder.

Inmiddels rijden beide voertuigen en volgens Koot zijn de chauffeurs er zeer gelukkig mee. “Het is nog te vroeg om iets serieus over het verbruik te kunnen zeggen. Maar ik weet nu al dat het zeker niet uit de toon valt bij de andere merken die wij hebben. En ik denk dat de robuustheid van de motor en de Scania’s zelf, ons wat gaat brengen op de iets langere termijn. Want deze trucks gaan toch een 140.000 kilometer per jaar doen. Dan zie je na een paar jaar vanzelf wat goed is en wat minder blijkt.”

Een V8 is zo gek nog niet

Scania ziet een toenemende vraag naar trucks die geschikt zijn voor een GTW van 60 ton of meer. Het Zweedse merk vestigt de aandacht daarom maar weer eens op de met een V8-motor uitgevoerde trucks. 

De hoge kilometrage zit vooral in het grote aantal ritten dat er gemaakt wordt. “Wij rijden dagelijks met een vijftien tot twintig auto’s op Frankrijk en dan vooral op Rungis, Parijs. Dat zijn compacte ritten, die kun je dus veel maken. Dat doen we met ons eigen personeel. Maar sinds een jaar of vijf rijden wij ook meer en meer op Spanje. Inmiddels vervoeren wij vijftien tot twintig ladingen per week daarnaartoe.” 

Koel- en vriestransport

“Het meest rijden we met eigen mensen”, vervolgt Koot. “Dat is ook de reden dat we goed luisteren naar de wensen van de mannen als het om een nieuwe auto gaat. Want goede chauffeurs zijn schaars. En Rungis betekent nachtwerk. Aan de andere kant hebben we altijd liefhebbers. Want niet alleen goed materieel trekt, ook een goed salaris en de nachttoeslagen leggen gewicht op de schaal.” 

Toch rijdt Koot niet alles zelf. “Spanje besteden wij grotendeels uit aan een aantal vaste, bij ons goed bekende partners. Die weten hoe het werkt en vooral ook hoe wij willen dat het werkt. Ook de juiste papieren spelen daarbij een belangrijke rol. Want niet iedereen beschikt over een BRC-certificaat. En dat moet je wel hebben in deze branche. Dat geldt net zo goed voor de collega’s die we inhuren om de pieken op te vangen. Want voor de klant mag er geen verschil zijn of wij zelf of een van onze collega’s voor het dock staat.”

scania 530s v8

Van het transport van Nickoot is zo’n 85 procent vlees, waarvan een groot deel hangend, aldus Koot. “Dat rijden we gekoeld en als diepvries. De rest kan van alles zijn, als het maar bij ons profiel past: geconditioneerd dus. En terug gaat dat net zo. Want wij vervoeren bijna net zoveel vanaf Rungis naar België en Nederland als andersom.” 

Brandstoftoeslag en energiekosten

De afgelopen tijd ervaart ook de transporteur de nodige zorg en druk. “Ik weet niet waar dit gaat eindigen. Alles wordt duurder. Ik moet inmiddels een 30 procent brandstoftoeslag doorberekenen. En dan hoor ik uit de markt dat ik daarmee dan nog heel bescheiden ben. Maar ik heb in Dordrecht ook 2.000 m2 koelopslag. De energiekosten daarvan zijn in één jaar verdrievoudigd. De enige troost is, dat iedereen daar momenteel mee worstelt. In de tussentijd zou ik nog best vijf nieuwe Scania’s willen kopen. En ik heb ook nieuwe trailers nodig. Maar zelfs als je in deze tijd fors wilt investeren, is de wereld nogal van slag. Enfin, we zullen het samen moeten uitzingen.”