Ondersteuning bij duurzaamheidsrapportage

“Kun je een rapportage geven van jouw CO2-uitstoot van deze zending?” Deze vraag krijgen vervoerders in de nabije toekomst steeds vaker voorgelegd door verladers. Dit is een gevolg van de Europese wet CSRD, die eind vorig jaar is aangenomen door de Europese Commissie. Deze regelgeving verplicht bedrijven te rapporteren over milieu- en sociale aspecten van bedrijfsactiviteiten, waaronder de CO2-uitstoot. Deze informatie moet worden getoetst door een accountant.

De wet gaat in vanaf boekjaar 2024. De eerste rapportage moet dan worden gemaakt in 2025. Bedrijven moeten hiervoor al in 2024 aan de slag. Omdat de accountant het jaarverslag moet goedkeuren, wordt de financieel directeur of cfo hiervoor verantwoordelijk. De verplichting geldt voor alle beursgenoteerde bedrijven, en daarnaast voor bedrijven die aan twee van de volgende drie criteria voldoen: meer dan 250 medewerkers, meer dan 40 miljoen euro omzet en meer dan 20 miljoen euro op de balans. “Dit is nogal een verandering. Voor veel bedrijven betekent dit dat zij snel aan de slag moeten om op tijd klaar te zijn en te voldoen aan deze verplichting”, begint De Wit.

Slim ingestoken

In Europa vallen naar schatting zo’n 50.000 bedrijven onder CSRD, waarvan in Nederland 8.000 bedrijven. “Dit zijn bijvoorbeeld grote supermarkten en in de sector transport en logistiek KLM, Postnl en DHL. De wet is slim ingestoken, want de grote bedrijven voor wie de wet geldt, zijn niet alleen verplicht te rapporteren wat hun eigen impact is, maar zij moeten ook in hun duurzaamheidsverslag opnemen wat de milieu- en sociale impact is van hun leveranciers. Zo dient Albert Heijn te vragen aan Unilever wat de footprint van Calvé pindakaas is. En aan vervoerders wat de CO2-uitstoot per zending is. Hierdoor krijgen ook veel kleinere mkb-transporteurs te maken met hun footprint, zelfs met zo’n 30 à 40 medewerkers. Zij moeten gaan rapporteren aan hun opdrachtgevers wat de CO2-uitstoot per zending is. Het gaat dus om alle bedrijven die voor grote firma’s werken.

Er zit wel verschil in de mate van nauwkeurigheid van rapporteren. Hoe kleiner een bedrijf is en hoe verder een organisatie in de keten van een groot bedrijf verwijderd is, hoe minder nauwkeurig de rapportage moet zijn”, zo geeft de programmamanager aan.

CO2-footprint per zending

Hij vervolgt: “We horen steeds vaker dat verladers in tenders de rapportage van de CO2-footprint op zendingsniveau als vereiste opnemen voor vervoerders. Ook vragen veel verladers nu al bij hun vervoerders de footprint op van hun zendingen. Bij deze aanpak kunnen wij hen als Topsector ondersteunen.”

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen

De opstap naar informatie vormt de website CO2meter.nu. “Hier kunnen bedrijven zich voor workshops en webinars aanmelden, en er zit een rekenmachine achter. De methode is ontwikkeld en in de praktijk beproefd, samen met TLN en evofenedex.”

“Als Topsector helpen wij bedrijven in projecten van drie à vier maanden. Dat doen we via een community-benchmark met een 0-meting van de CO2-uitstoot per zending in een bepaald segment. Hierin kunnen bedrijven anoniem hun data delen ter vergelijking. Hierbij krijgen zij begeleiding door consultants van enkele dagen en ook leren zij van elkaar. Daarna worden zij begeleid om deze data te verzamelen. Veel bedrijven kunnen hierna zelf hiermee uit de voeten. Dit werkt goed.”

Topsector betaalt de gespecialiseerde adviesbureaus. Ook betaalt Topsector de software die tijdens de projecten wordt gebruikt, zoals van BigMile en Visma Loginex, en die aan de nieuwe ISO-norm 14083 voldoet. “Via die normering kom je uit op de CO2-uitstoot per zending. De ISO-norm is in maart definitief geworden.”

Meer inzicht

Het aantal aanvragen om informatie, deelname aan webinars en andere ondersteuning groeit. De Wit licht toe: “Als Topsector hebben we inmiddels van ruim 1.000 logistieke bedrijven de CO2-footprint in kaart gebracht. Dit zijn niet alleen de koplopers.”

“Wat ik merk is dat bedrijven vaak verbaasd zijn over hun CO2-uitstoot. Uit data blijkt dat de ene klant meer uitstoot veroorzaakt dan de andere klant. Dat kan bijvoorbeeld te maken hebben met de frequentie van het aantal leveringen, terwijl het volume hetzelfde is.”

Het grote voordeel is dat de vervoerder en verlader met de verzamelde data inzicht krijgen in welke ritten efficiënt zijn en welke niet. “Met de data kun je als vervoerder ook makkelijker het gesprek aangaan met de verlader. In het verleden hebben deze gesprekken ook vast plaatsgevonden, waarbij de vervoerder de verlader op de kosten heeft gewezen. Dit proces waarin meer inzicht is in de CO2-uitstoot, biedt nieuwe aanknopingspunten om CO2 te verminderen en het leegrijden omlaag te brengen. Dat is mooi om te zien! De overstap naar elektrisch vervoer is goed, maar ook de data uit het reguliere transport geven enorme kansen om het transport efficiënter uit te voeren. Daar ben ik van overtuigd.”

Op basis van data

De Wit vindt het goed dat er meer inzicht ontstaat in de CO2-uitstoot, maar het brengt ook veel teweeg voor bedrijven. “Het kan overweldigend zijn om als bedrijf hiermee te starten, maar er is veel waar het houvast aan heeft. Wij zijn ook een e-learning aan het ontwikkelen, die van de zomer live gaat. Hiermee kun je op je telefoon in een halfuur tijd je CO2-uitstoot per zending berekenen. CO2-uitstoot per zending wordt in de toekomst belangrijker dan de prijs per kilometer, ook al wordt in de toekomst de CO2-uitstoot per ton of kilometer extra belast. Belangrijk is tot slot dat vervoerders inzetten op pragmatische en simpele oplossingen op basis van data. Met daarbij rekening houdend dat de bewijsvoering – zoals het brandstofgebruik – aantoonbaar, betrouwbaar en controleerbaar moet zijn, dit met het oog op de accountantscontrole.”

Lees ook: CO2-uitstoot zeven Gelderse transportbedrijven in beeld gebracht

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Auteur: Anita Hestens