Hoogleraar transportbeleid Bert van Wee pleit voor langetermijnbeleid

Veranderingen gaan dus langzaam. Zou er van jou wel een tandje bij mogen als het om de brandstoftransitie gaat?  

“Die komt inderdaad langzaam op gang. Ik vind sowieso dat beleidmakers veel te veel bezig zijn met de waan van de dag en te weinig met vraagstukken voor de lange termijn. Daarbij denk ik aan het opraken van fossiele brandstoffen en eventuele andere grondstoffen en het veranderen van het klimaat. We weten wat er op ons afkomt en hebben de kennis in huis om die problemen op te lossen, maar toch gebeurt het niet. Althans, niet in het tempo en op de schaal waarop het eigenlijk zou moeten. Veranderingen kunnen pijn doen en veel weerstand opwekken, maar in veel gevallen zit the pain in the change en niet in the outcome.

Lees ook: ‘Een klimaatakkoord is leuk, maar de doelstelling moet zijn: zero-emissie’

Met wat vandaag omstreden lijkt, kun je achteraf heel blij zijn. De crux is om de voordelen van de veranderingen dominant te maken in de discussie. Daar ligt de uitdaging voor onder meer de politiek. Hoe breng ik de boodschap van een noodzakelijke maatregel op een manier die draagvlak creëert?”  

Wellicht door plannen waartegen weerstand bestaat om te draaien? Dat is een techniek die jij nog weleens hanteert, begreep ik.  

“Counterfactuals inzetten als eyeopener is iets wat ik inderdaad regelmatig doe in onder meer mijn colleges. Dat kan inderdaad heel verhelderend werken en je aan het denken zetten. Weer een voorbeeld van dicht bij huis: bij mij in de buurt wilde de gemeente een straat, waar nu tweerichtingsverkeer is, veranderen in een eenrichtingsweg. Veel mensen zijn daar vanwege de gevreesde verminderde autobereikbaarheid fel op tegen en hadden een protestposter op het raam hangen. Wij niet. Een buurman sprak mij daarover aan en toen zei ik: ‘Als het nu een eenrichtingsweg was en het zou veranderen in een straat voor tweerichtingsverkeer, hoe had je dat dan gevonden? Zou er dan misschien posters hangen met de oproep ‘Houd onze buurt leefbaar en veilig?’ Daarmee overtuigde ik hem niet meteen, maar zette ik hem wel aan het denken. Counterfactuals brengen zaken meer in perspectief.”  

Bij een transportbedrijf dat net zwarte cijfers schrijft en dat bijvoorbeeld door kostenstijgingen vanwege de transities in de problemen komt, werkt dat ‘omdenken’ waarschijnlijk niet.  

“Nee, die zien mij aankomen. Vergeleken met mensen van bedrijven die met dergelijke problemen worstelen, heb ik als wetenschapper makkelijk praten. Dat besef ik heel goed. Dat niet iedereen mee kan komen, is helaas een feit bij veranderingsprocessen. Maar het maatschappelijk belang, als het gaat om klimaatverandering en het opraken van fossiele brandstoffen, is te groot om niets te doen. Verder heeft de sector ook baat bij een duidelijk beleid voor de lange termijn. Daarmee weet je wat je kan verwachten en kun je op inspelen. Dat is veel beter dan je steeds moeten aanpassen aan ad-hocbeleid.
Daarnaast geloof ik in het aanpassingsvermogen, de innovatiekracht en de flexibiliteit van de Nederlandse transportsector. Die gaat zeker zijn weg vinden in de fossielvrije toekomst. Daarvan ben ik overtuigd.” 

Lees ook: ‘Duurzame inzetbaarheid voor ondernemers is ongelooflijk belangrijk’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
En technologische ontwikkelingen als bijvoorbeeld autonoom rijden en transport via hyperloops?  

“Het is onwaarschijnlijk dat die in de komende twintig jaar een rol van betekenis gaan spelen. Om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan, helpt het om even lang terug te kijken als dat je vooruit wilt kijken. Dat helpt om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan. Wat is er de afgelopen twintig jaar gebeurd op het vlak van mobiliteit? Dan zie je dat veranderingen langzaam gaan. Er is een begin gemaakt met de brandstoftransitie en die zet zich de komende jaren voort met elektrische en hybride voertuigen, e-fuels (waaronder waterstof, red.) en biobrandstoffen. De grootschalige invoer van echt drastische veranderingen, zoals zelfrijdende voertuigen en hyperloops, neemt zo veel tijd in beslag. Dat is echt iets voor de verdere toekomst.”  

Veranderingen gaan dus langzaam. Zou er van jou wel een tandje bij mogen als het om de brandstoftransitie gaat?  

“Die komt inderdaad langzaam op gang. Ik vind sowieso dat beleidmakers veel te veel bezig zijn met de waan van de dag en te weinig met vraagstukken voor de lange termijn. Daarbij denk ik aan het opraken van fossiele brandstoffen en eventuele andere grondstoffen en het veranderen van het klimaat. We weten wat er op ons afkomt en hebben de kennis in huis om die problemen op te lossen, maar toch gebeurt het niet. Althans, niet in het tempo en op de schaal waarop het eigenlijk zou moeten. Veranderingen kunnen pijn doen en veel weerstand opwekken, maar in veel gevallen zit the pain in the change en niet in the outcome.

Lees ook: ‘Een klimaatakkoord is leuk, maar de doelstelling moet zijn: zero-emissie’

Met wat vandaag omstreden lijkt, kun je achteraf heel blij zijn. De crux is om de voordelen van de veranderingen dominant te maken in de discussie. Daar ligt de uitdaging voor onder meer de politiek. Hoe breng ik de boodschap van een noodzakelijke maatregel op een manier die draagvlak creëert?”  

Wellicht door plannen waartegen weerstand bestaat om te draaien? Dat is een techniek die jij nog weleens hanteert, begreep ik.  

“Counterfactuals inzetten als eyeopener is iets wat ik inderdaad regelmatig doe in onder meer mijn colleges. Dat kan inderdaad heel verhelderend werken en je aan het denken zetten. Weer een voorbeeld van dicht bij huis: bij mij in de buurt wilde de gemeente een straat, waar nu tweerichtingsverkeer is, veranderen in een eenrichtingsweg. Veel mensen zijn daar vanwege de gevreesde verminderde autobereikbaarheid fel op tegen en hadden een protestposter op het raam hangen. Wij niet. Een buurman sprak mij daarover aan en toen zei ik: ‘Als het nu een eenrichtingsweg was en het zou veranderen in een straat voor tweerichtingsverkeer, hoe had je dat dan gevonden? Zou er dan misschien posters hangen met de oproep ‘Houd onze buurt leefbaar en veilig?’ Daarmee overtuigde ik hem niet meteen, maar zette ik hem wel aan het denken. Counterfactuals brengen zaken meer in perspectief.”  

Bij een transportbedrijf dat net zwarte cijfers schrijft en dat bijvoorbeeld door kostenstijgingen vanwege de transities in de problemen komt, werkt dat ‘omdenken’ waarschijnlijk niet.  

“Nee, die zien mij aankomen. Vergeleken met mensen van bedrijven die met dergelijke problemen worstelen, heb ik als wetenschapper makkelijk praten. Dat besef ik heel goed. Dat niet iedereen mee kan komen, is helaas een feit bij veranderingsprocessen. Maar het maatschappelijk belang, als het gaat om klimaatverandering en het opraken van fossiele brandstoffen, is te groot om niets te doen. Verder heeft de sector ook baat bij een duidelijk beleid voor de lange termijn. Daarmee weet je wat je kan verwachten en kun je op inspelen. Dat is veel beter dan je steeds moeten aanpassen aan ad-hocbeleid.
Daarnaast geloof ik in het aanpassingsvermogen, de innovatiekracht en de flexibiliteit van de Nederlandse transportsector. Die gaat zeker zijn weg vinden in de fossielvrije toekomst. Daarvan ben ik overtuigd.” 

Lees ook: ‘Duurzame inzetbaarheid voor ondernemers is ongelooflijk belangrijk’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Maar daarmee zijn we er nog niet, toch?  

“Nee, dat klopt, maar 1% minder auto’s op de weg leidt al tot tussen de 2 en 5% minder files. Er is dus al snel effect. Behalve investeren in zaken die spreiding mogelijk maken, kan de overheid met prijsmaatregelen, zoals de invoering van de kilometerheffing, een gespreid gebruik van de infrastructuur verder stimuleren. Ook de trend dat veel kantoorbanen, die voor het leeuwendeel tussen 09.00 en 17.00 uur worden uitgeoefend, met meer thuiswerken anders worden ingevuld, zal zeker bijdragen aan het verminderen van de files.”  

En technologische ontwikkelingen als bijvoorbeeld autonoom rijden en transport via hyperloops?  

“Het is onwaarschijnlijk dat die in de komende twintig jaar een rol van betekenis gaan spelen. Om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan, helpt het om even lang terug te kijken als dat je vooruit wilt kijken. Dat helpt om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan. Wat is er de afgelopen twintig jaar gebeurd op het vlak van mobiliteit? Dan zie je dat veranderingen langzaam gaan. Er is een begin gemaakt met de brandstoftransitie en die zet zich de komende jaren voort met elektrische en hybride voertuigen, e-fuels (waaronder waterstof, red.) en biobrandstoffen. De grootschalige invoer van echt drastische veranderingen, zoals zelfrijdende voertuigen en hyperloops, neemt zo veel tijd in beslag. Dat is echt iets voor de verdere toekomst.”  

Veranderingen gaan dus langzaam. Zou er van jou wel een tandje bij mogen als het om de brandstoftransitie gaat?  

“Die komt inderdaad langzaam op gang. Ik vind sowieso dat beleidmakers veel te veel bezig zijn met de waan van de dag en te weinig met vraagstukken voor de lange termijn. Daarbij denk ik aan het opraken van fossiele brandstoffen en eventuele andere grondstoffen en het veranderen van het klimaat. We weten wat er op ons afkomt en hebben de kennis in huis om die problemen op te lossen, maar toch gebeurt het niet. Althans, niet in het tempo en op de schaal waarop het eigenlijk zou moeten. Veranderingen kunnen pijn doen en veel weerstand opwekken, maar in veel gevallen zit the pain in the change en niet in the outcome.

Lees ook: ‘Een klimaatakkoord is leuk, maar de doelstelling moet zijn: zero-emissie’

Met wat vandaag omstreden lijkt, kun je achteraf heel blij zijn. De crux is om de voordelen van de veranderingen dominant te maken in de discussie. Daar ligt de uitdaging voor onder meer de politiek. Hoe breng ik de boodschap van een noodzakelijke maatregel op een manier die draagvlak creëert?”  

Wellicht door plannen waartegen weerstand bestaat om te draaien? Dat is een techniek die jij nog weleens hanteert, begreep ik.  

“Counterfactuals inzetten als eyeopener is iets wat ik inderdaad regelmatig doe in onder meer mijn colleges. Dat kan inderdaad heel verhelderend werken en je aan het denken zetten. Weer een voorbeeld van dicht bij huis: bij mij in de buurt wilde de gemeente een straat, waar nu tweerichtingsverkeer is, veranderen in een eenrichtingsweg. Veel mensen zijn daar vanwege de gevreesde verminderde autobereikbaarheid fel op tegen en hadden een protestposter op het raam hangen. Wij niet. Een buurman sprak mij daarover aan en toen zei ik: ‘Als het nu een eenrichtingsweg was en het zou veranderen in een straat voor tweerichtingsverkeer, hoe had je dat dan gevonden? Zou er dan misschien posters hangen met de oproep ‘Houd onze buurt leefbaar en veilig?’ Daarmee overtuigde ik hem niet meteen, maar zette ik hem wel aan het denken. Counterfactuals brengen zaken meer in perspectief.”  

Bij een transportbedrijf dat net zwarte cijfers schrijft en dat bijvoorbeeld door kostenstijgingen vanwege de transities in de problemen komt, werkt dat ‘omdenken’ waarschijnlijk niet.  

“Nee, die zien mij aankomen. Vergeleken met mensen van bedrijven die met dergelijke problemen worstelen, heb ik als wetenschapper makkelijk praten. Dat besef ik heel goed. Dat niet iedereen mee kan komen, is helaas een feit bij veranderingsprocessen. Maar het maatschappelijk belang, als het gaat om klimaatverandering en het opraken van fossiele brandstoffen, is te groot om niets te doen. Verder heeft de sector ook baat bij een duidelijk beleid voor de lange termijn. Daarmee weet je wat je kan verwachten en kun je op inspelen. Dat is veel beter dan je steeds moeten aanpassen aan ad-hocbeleid.
Daarnaast geloof ik in het aanpassingsvermogen, de innovatiekracht en de flexibiliteit van de Nederlandse transportsector. Die gaat zeker zijn weg vinden in de fossielvrije toekomst. Daarvan ben ik overtuigd.” 

Lees ook: ‘Duurzame inzetbaarheid voor ondernemers is ongelooflijk belangrijk’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Gedeeltelijk is dat in Nederland al het geval. De fileproblematiek groeit en lijkt onoplosbaar. Wat is jouw visie daarop?  

“Met een geïntegreerde aanpak kan Nederland de filedruk tot over twintig jaar met ruwweg een kwart terugbrengen. Onderdeel daarvan is heel gericht kijken naar wat voor extra infrastructuur daarvoor nodig is en daarnaast vooral de bestaande infrastructuur beter benutten met meer spreiding over de dag. Daarvoor zijn mogelijkheden genoeg. Om dicht bij huis te blijven: met een paar extra collegezalen zouden wij bijvoorbeeld veel meer colleges tussen, pak ‘m beet, 10.00 en 15.00 uur kunnen geven. Dat zou hier in de treinen en het stadsverkeer al wat schelen tijdens de spits. En als je dat op grotere schaal bij hogescholen en universiteiten doet helemaal. Dat soort oplossingen is waarschijnlijk ook nog eens veel goedkoper dan investeren in nieuwe wegen en rails.”  

Maar daarmee zijn we er nog niet, toch?  

“Nee, dat klopt, maar 1% minder auto’s op de weg leidt al tot tussen de 2 en 5% minder files. Er is dus al snel effect. Behalve investeren in zaken die spreiding mogelijk maken, kan de overheid met prijsmaatregelen, zoals de invoering van de kilometerheffing, een gespreid gebruik van de infrastructuur verder stimuleren. Ook de trend dat veel kantoorbanen, die voor het leeuwendeel tussen 09.00 en 17.00 uur worden uitgeoefend, met meer thuiswerken anders worden ingevuld, zal zeker bijdragen aan het verminderen van de files.”  

En technologische ontwikkelingen als bijvoorbeeld autonoom rijden en transport via hyperloops?  

“Het is onwaarschijnlijk dat die in de komende twintig jaar een rol van betekenis gaan spelen. Om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan, helpt het om even lang terug te kijken als dat je vooruit wilt kijken. Dat helpt om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan. Wat is er de afgelopen twintig jaar gebeurd op het vlak van mobiliteit? Dan zie je dat veranderingen langzaam gaan. Er is een begin gemaakt met de brandstoftransitie en die zet zich de komende jaren voort met elektrische en hybride voertuigen, e-fuels (waaronder waterstof, red.) en biobrandstoffen. De grootschalige invoer van echt drastische veranderingen, zoals zelfrijdende voertuigen en hyperloops, neemt zo veel tijd in beslag. Dat is echt iets voor de verdere toekomst.”  

Veranderingen gaan dus langzaam. Zou er van jou wel een tandje bij mogen als het om de brandstoftransitie gaat?  

“Die komt inderdaad langzaam op gang. Ik vind sowieso dat beleidmakers veel te veel bezig zijn met de waan van de dag en te weinig met vraagstukken voor de lange termijn. Daarbij denk ik aan het opraken van fossiele brandstoffen en eventuele andere grondstoffen en het veranderen van het klimaat. We weten wat er op ons afkomt en hebben de kennis in huis om die problemen op te lossen, maar toch gebeurt het niet. Althans, niet in het tempo en op de schaal waarop het eigenlijk zou moeten. Veranderingen kunnen pijn doen en veel weerstand opwekken, maar in veel gevallen zit the pain in the change en niet in the outcome.

Lees ook: ‘Een klimaatakkoord is leuk, maar de doelstelling moet zijn: zero-emissie’

Met wat vandaag omstreden lijkt, kun je achteraf heel blij zijn. De crux is om de voordelen van de veranderingen dominant te maken in de discussie. Daar ligt de uitdaging voor onder meer de politiek. Hoe breng ik de boodschap van een noodzakelijke maatregel op een manier die draagvlak creëert?”  

Wellicht door plannen waartegen weerstand bestaat om te draaien? Dat is een techniek die jij nog weleens hanteert, begreep ik.  

“Counterfactuals inzetten als eyeopener is iets wat ik inderdaad regelmatig doe in onder meer mijn colleges. Dat kan inderdaad heel verhelderend werken en je aan het denken zetten. Weer een voorbeeld van dicht bij huis: bij mij in de buurt wilde de gemeente een straat, waar nu tweerichtingsverkeer is, veranderen in een eenrichtingsweg. Veel mensen zijn daar vanwege de gevreesde verminderde autobereikbaarheid fel op tegen en hadden een protestposter op het raam hangen. Wij niet. Een buurman sprak mij daarover aan en toen zei ik: ‘Als het nu een eenrichtingsweg was en het zou veranderen in een straat voor tweerichtingsverkeer, hoe had je dat dan gevonden? Zou er dan misschien posters hangen met de oproep ‘Houd onze buurt leefbaar en veilig?’ Daarmee overtuigde ik hem niet meteen, maar zette ik hem wel aan het denken. Counterfactuals brengen zaken meer in perspectief.”  

Bij een transportbedrijf dat net zwarte cijfers schrijft en dat bijvoorbeeld door kostenstijgingen vanwege de transities in de problemen komt, werkt dat ‘omdenken’ waarschijnlijk niet.  

“Nee, die zien mij aankomen. Vergeleken met mensen van bedrijven die met dergelijke problemen worstelen, heb ik als wetenschapper makkelijk praten. Dat besef ik heel goed. Dat niet iedereen mee kan komen, is helaas een feit bij veranderingsprocessen. Maar het maatschappelijk belang, als het gaat om klimaatverandering en het opraken van fossiele brandstoffen, is te groot om niets te doen. Verder heeft de sector ook baat bij een duidelijk beleid voor de lange termijn. Daarmee weet je wat je kan verwachten en kun je op inspelen. Dat is veel beter dan je steeds moeten aanpassen aan ad-hocbeleid.
Daarnaast geloof ik in het aanpassingsvermogen, de innovatiekracht en de flexibiliteit van de Nederlandse transportsector. Die gaat zeker zijn weg vinden in de fossielvrije toekomst. Daarvan ben ik overtuigd.” 

Lees ook: ‘Duurzame inzetbaarheid voor ondernemers is ongelooflijk belangrijk’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Heb je ook zaken op het transportvlak gezien die hier van meerwaarde kunnen zijn?  

“Buiten dat het heel inspirerend is om te kijken hoe de situatie in andere landen is en hoe ze daar omgaan met de vraagstukken in mijn vakgebied, heb ik niet echt iets gezien waarmee wij ons voordeel kunnen doen. Australië loopt niet echt voorop als het om de energie- en brandstoftransitie gaat en zoals gezegd, is de rol van de auto er zeer dominant. Als wij het op hun manier aanpakken, zou alles hier continu vaststaan.”  

Gedeeltelijk is dat in Nederland al het geval. De fileproblematiek groeit en lijkt onoplosbaar. Wat is jouw visie daarop?  

“Met een geïntegreerde aanpak kan Nederland de filedruk tot over twintig jaar met ruwweg een kwart terugbrengen. Onderdeel daarvan is heel gericht kijken naar wat voor extra infrastructuur daarvoor nodig is en daarnaast vooral de bestaande infrastructuur beter benutten met meer spreiding over de dag. Daarvoor zijn mogelijkheden genoeg. Om dicht bij huis te blijven: met een paar extra collegezalen zouden wij bijvoorbeeld veel meer colleges tussen, pak ‘m beet, 10.00 en 15.00 uur kunnen geven. Dat zou hier in de treinen en het stadsverkeer al wat schelen tijdens de spits. En als je dat op grotere schaal bij hogescholen en universiteiten doet helemaal. Dat soort oplossingen is waarschijnlijk ook nog eens veel goedkoper dan investeren in nieuwe wegen en rails.”  

Maar daarmee zijn we er nog niet, toch?  

“Nee, dat klopt, maar 1% minder auto’s op de weg leidt al tot tussen de 2 en 5% minder files. Er is dus al snel effect. Behalve investeren in zaken die spreiding mogelijk maken, kan de overheid met prijsmaatregelen, zoals de invoering van de kilometerheffing, een gespreid gebruik van de infrastructuur verder stimuleren. Ook de trend dat veel kantoorbanen, die voor het leeuwendeel tussen 09.00 en 17.00 uur worden uitgeoefend, met meer thuiswerken anders worden ingevuld, zal zeker bijdragen aan het verminderen van de files.”  

En technologische ontwikkelingen als bijvoorbeeld autonoom rijden en transport via hyperloops?  

“Het is onwaarschijnlijk dat die in de komende twintig jaar een rol van betekenis gaan spelen. Om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan, helpt het om even lang terug te kijken als dat je vooruit wilt kijken. Dat helpt om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan. Wat is er de afgelopen twintig jaar gebeurd op het vlak van mobiliteit? Dan zie je dat veranderingen langzaam gaan. Er is een begin gemaakt met de brandstoftransitie en die zet zich de komende jaren voort met elektrische en hybride voertuigen, e-fuels (waaronder waterstof, red.) en biobrandstoffen. De grootschalige invoer van echt drastische veranderingen, zoals zelfrijdende voertuigen en hyperloops, neemt zo veel tijd in beslag. Dat is echt iets voor de verdere toekomst.”  

Veranderingen gaan dus langzaam. Zou er van jou wel een tandje bij mogen als het om de brandstoftransitie gaat?  

“Die komt inderdaad langzaam op gang. Ik vind sowieso dat beleidmakers veel te veel bezig zijn met de waan van de dag en te weinig met vraagstukken voor de lange termijn. Daarbij denk ik aan het opraken van fossiele brandstoffen en eventuele andere grondstoffen en het veranderen van het klimaat. We weten wat er op ons afkomt en hebben de kennis in huis om die problemen op te lossen, maar toch gebeurt het niet. Althans, niet in het tempo en op de schaal waarop het eigenlijk zou moeten. Veranderingen kunnen pijn doen en veel weerstand opwekken, maar in veel gevallen zit the pain in the change en niet in the outcome.

Lees ook: ‘Een klimaatakkoord is leuk, maar de doelstelling moet zijn: zero-emissie’

Met wat vandaag omstreden lijkt, kun je achteraf heel blij zijn. De crux is om de voordelen van de veranderingen dominant te maken in de discussie. Daar ligt de uitdaging voor onder meer de politiek. Hoe breng ik de boodschap van een noodzakelijke maatregel op een manier die draagvlak creëert?”  

Wellicht door plannen waartegen weerstand bestaat om te draaien? Dat is een techniek die jij nog weleens hanteert, begreep ik.  

“Counterfactuals inzetten als eyeopener is iets wat ik inderdaad regelmatig doe in onder meer mijn colleges. Dat kan inderdaad heel verhelderend werken en je aan het denken zetten. Weer een voorbeeld van dicht bij huis: bij mij in de buurt wilde de gemeente een straat, waar nu tweerichtingsverkeer is, veranderen in een eenrichtingsweg. Veel mensen zijn daar vanwege de gevreesde verminderde autobereikbaarheid fel op tegen en hadden een protestposter op het raam hangen. Wij niet. Een buurman sprak mij daarover aan en toen zei ik: ‘Als het nu een eenrichtingsweg was en het zou veranderen in een straat voor tweerichtingsverkeer, hoe had je dat dan gevonden? Zou er dan misschien posters hangen met de oproep ‘Houd onze buurt leefbaar en veilig?’ Daarmee overtuigde ik hem niet meteen, maar zette ik hem wel aan het denken. Counterfactuals brengen zaken meer in perspectief.”  

Bij een transportbedrijf dat net zwarte cijfers schrijft en dat bijvoorbeeld door kostenstijgingen vanwege de transities in de problemen komt, werkt dat ‘omdenken’ waarschijnlijk niet.  

“Nee, die zien mij aankomen. Vergeleken met mensen van bedrijven die met dergelijke problemen worstelen, heb ik als wetenschapper makkelijk praten. Dat besef ik heel goed. Dat niet iedereen mee kan komen, is helaas een feit bij veranderingsprocessen. Maar het maatschappelijk belang, als het gaat om klimaatverandering en het opraken van fossiele brandstoffen, is te groot om niets te doen. Verder heeft de sector ook baat bij een duidelijk beleid voor de lange termijn. Daarmee weet je wat je kan verwachten en kun je op inspelen. Dat is veel beter dan je steeds moeten aanpassen aan ad-hocbeleid.
Daarnaast geloof ik in het aanpassingsvermogen, de innovatiekracht en de flexibiliteit van de Nederlandse transportsector. Die gaat zeker zijn weg vinden in de fossielvrije toekomst. Daarvan ben ik overtuigd.” 

Lees ook: ‘Duurzame inzetbaarheid voor ondernemers is ongelooflijk belangrijk’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

Het Universiteitsfonds Delft reikt elk jaar de Leermeesterprijs uit. ‘De winnende hoogleraar blinkt uit in onderzoek én onderwijs, behoort tot de top van TU Delft en weet de volgende generatie Delftse ingenieurs te inspireren en motiveren’, luidt de omschrijving van de TU Delft van die prijs.  
Bert van Wee (65) ontving de Leermeesterprijs in 2020. Sinds 2003 is hij als hoogleraar transportbeleid verbonden aan de faculteit Techniek, Beleid en Management. Daarnaast was hij tot 1 januari (na de maximale twee termijnen van vijf jaar) directeur van TRAIL, de onderzoekschool voor Transport, Infrastructuur en Logistiek die PhD-kandidaten traint en onderzoek verricht op het gebied van mobiliteit, transport, logistiek, verkeer, infrastructuur en transportsystemen.  

Invloedrijke wetenschapper

Volgens het zoeksysteem voor wetenschappelijke artikelen, Web of Science, behoort Van Wee tot de 7.000 meest invloedrijke (geciteerde) wetenschappers in de wereld. De winnaar van de Leermeesterprijs krijgt onder meer twee vliegtickets voor een bestemming naar keuze en een sabbatical van drie maanden aangeboden.
Van Wee benutte die voor een reis met zijn vrouw naar Australië. Vanwege corona vond die pas plaats in het vierde kwartaal van vorig jaar. Transport & Logistiek sprak via Teams met hem over onder meer de uitdagingen en veranderingen waarvoor de sector staat. “The pain is in the change, not in the outcome”, zegt hij daarover onder meer.  

Als dit artikel verschijnt, ben je weer terug. Als we elkaar spreken, zit je in Australië. Hoe is de situatie daar op transport- en verkeersgebied?

“Zoals ik die waargenomen heb, is die zeer vergelijkbaar met die in de Verenigde Staten. Met een zeer dominante positie voor de auto en matig tot slecht openbaar vervoer. Fietsen is er niet zonder gevaar, al kom je op sommige plekken ook wel prima fietspaden tegen. De wegen zijn breed en er is een dicht wegennet, maar de staat van het wegdek is, als je dat vergelijkt met Nederland, niet al te best.”  

Wat viel je in positieve zin op?  

“Dat Australiërs zich zo netjes aan de verkeersregels houden. Het zijn over het algemeen echte heren en dames in het verkeer. Met het voor laten gaan bij invoegen bijvoorbeeld. Dat was wel heel prettig en opvallend als je het afzet tegen het gemiddelde weggedrag in ons land.”  

Heb je ook zaken op het transportvlak gezien die hier van meerwaarde kunnen zijn?  

“Buiten dat het heel inspirerend is om te kijken hoe de situatie in andere landen is en hoe ze daar omgaan met de vraagstukken in mijn vakgebied, heb ik niet echt iets gezien waarmee wij ons voordeel kunnen doen. Australië loopt niet echt voorop als het om de energie- en brandstoftransitie gaat en zoals gezegd, is de rol van de auto er zeer dominant. Als wij het op hun manier aanpakken, zou alles hier continu vaststaan.”  

Gedeeltelijk is dat in Nederland al het geval. De fileproblematiek groeit en lijkt onoplosbaar. Wat is jouw visie daarop?  

“Met een geïntegreerde aanpak kan Nederland de filedruk tot over twintig jaar met ruwweg een kwart terugbrengen. Onderdeel daarvan is heel gericht kijken naar wat voor extra infrastructuur daarvoor nodig is en daarnaast vooral de bestaande infrastructuur beter benutten met meer spreiding over de dag. Daarvoor zijn mogelijkheden genoeg. Om dicht bij huis te blijven: met een paar extra collegezalen zouden wij bijvoorbeeld veel meer colleges tussen, pak ‘m beet, 10.00 en 15.00 uur kunnen geven. Dat zou hier in de treinen en het stadsverkeer al wat schelen tijdens de spits. En als je dat op grotere schaal bij hogescholen en universiteiten doet helemaal. Dat soort oplossingen is waarschijnlijk ook nog eens veel goedkoper dan investeren in nieuwe wegen en rails.”  

Maar daarmee zijn we er nog niet, toch?  

“Nee, dat klopt, maar 1% minder auto’s op de weg leidt al tot tussen de 2 en 5% minder files. Er is dus al snel effect. Behalve investeren in zaken die spreiding mogelijk maken, kan de overheid met prijsmaatregelen, zoals de invoering van de kilometerheffing, een gespreid gebruik van de infrastructuur verder stimuleren. Ook de trend dat veel kantoorbanen, die voor het leeuwendeel tussen 09.00 en 17.00 uur worden uitgeoefend, met meer thuiswerken anders worden ingevuld, zal zeker bijdragen aan het verminderen van de files.”  

En technologische ontwikkelingen als bijvoorbeeld autonoom rijden en transport via hyperloops?  

“Het is onwaarschijnlijk dat die in de komende twintig jaar een rol van betekenis gaan spelen. Om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan, helpt het om even lang terug te kijken als dat je vooruit wilt kijken. Dat helpt om in te schatten hoe snel ontwikkelingen gaan. Wat is er de afgelopen twintig jaar gebeurd op het vlak van mobiliteit? Dan zie je dat veranderingen langzaam gaan. Er is een begin gemaakt met de brandstoftransitie en die zet zich de komende jaren voort met elektrische en hybride voertuigen, e-fuels (waaronder waterstof, red.) en biobrandstoffen. De grootschalige invoer van echt drastische veranderingen, zoals zelfrijdende voertuigen en hyperloops, neemt zo veel tijd in beslag. Dat is echt iets voor de verdere toekomst.”  

Veranderingen gaan dus langzaam. Zou er van jou wel een tandje bij mogen als het om de brandstoftransitie gaat?  

“Die komt inderdaad langzaam op gang. Ik vind sowieso dat beleidmakers veel te veel bezig zijn met de waan van de dag en te weinig met vraagstukken voor de lange termijn. Daarbij denk ik aan het opraken van fossiele brandstoffen en eventuele andere grondstoffen en het veranderen van het klimaat. We weten wat er op ons afkomt en hebben de kennis in huis om die problemen op te lossen, maar toch gebeurt het niet. Althans, niet in het tempo en op de schaal waarop het eigenlijk zou moeten. Veranderingen kunnen pijn doen en veel weerstand opwekken, maar in veel gevallen zit the pain in the change en niet in the outcome.

Lees ook: ‘Een klimaatakkoord is leuk, maar de doelstelling moet zijn: zero-emissie’

Met wat vandaag omstreden lijkt, kun je achteraf heel blij zijn. De crux is om de voordelen van de veranderingen dominant te maken in de discussie. Daar ligt de uitdaging voor onder meer de politiek. Hoe breng ik de boodschap van een noodzakelijke maatregel op een manier die draagvlak creëert?”  

Wellicht door plannen waartegen weerstand bestaat om te draaien? Dat is een techniek die jij nog weleens hanteert, begreep ik.  

“Counterfactuals inzetten als eyeopener is iets wat ik inderdaad regelmatig doe in onder meer mijn colleges. Dat kan inderdaad heel verhelderend werken en je aan het denken zetten. Weer een voorbeeld van dicht bij huis: bij mij in de buurt wilde de gemeente een straat, waar nu tweerichtingsverkeer is, veranderen in een eenrichtingsweg. Veel mensen zijn daar vanwege de gevreesde verminderde autobereikbaarheid fel op tegen en hadden een protestposter op het raam hangen. Wij niet. Een buurman sprak mij daarover aan en toen zei ik: ‘Als het nu een eenrichtingsweg was en het zou veranderen in een straat voor tweerichtingsverkeer, hoe had je dat dan gevonden? Zou er dan misschien posters hangen met de oproep ‘Houd onze buurt leefbaar en veilig?’ Daarmee overtuigde ik hem niet meteen, maar zette ik hem wel aan het denken. Counterfactuals brengen zaken meer in perspectief.”  

Bij een transportbedrijf dat net zwarte cijfers schrijft en dat bijvoorbeeld door kostenstijgingen vanwege de transities in de problemen komt, werkt dat ‘omdenken’ waarschijnlijk niet.  

“Nee, die zien mij aankomen. Vergeleken met mensen van bedrijven die met dergelijke problemen worstelen, heb ik als wetenschapper makkelijk praten. Dat besef ik heel goed. Dat niet iedereen mee kan komen, is helaas een feit bij veranderingsprocessen. Maar het maatschappelijk belang, als het gaat om klimaatverandering en het opraken van fossiele brandstoffen, is te groot om niets te doen. Verder heeft de sector ook baat bij een duidelijk beleid voor de lange termijn. Daarmee weet je wat je kan verwachten en kun je op inspelen. Dat is veel beter dan je steeds moeten aanpassen aan ad-hocbeleid.
Daarnaast geloof ik in het aanpassingsvermogen, de innovatiekracht en de flexibiliteit van de Nederlandse transportsector. Die gaat zeker zijn weg vinden in de fossielvrije toekomst. Daarvan ben ik overtuigd.” 

Lees ook: ‘Duurzame inzetbaarheid voor ondernemers is ongelooflijk belangrijk’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Onderwerpen: , ,

Auteur: Redactie