CO2-uitstoot zeven Gelderse transportbedrijven in beeld gebracht 

Te veel lucht 

Dataverzameling vergt nog aandacht. Die lering kan worden getrokken uit de pilot. Verder is gebleken dat er te veel lucht wordt vervoerd als gevolg van lege ritten. Ook verzoeken van klanten om spoedtransport hebben onmiskenbaar een negatieve impact. Duidelijk werd tevens dat een deel van de klanten vaak kleine bestellingen plaatst. Leerpuntje was verder om minder vaak klanten te gaan beleveren die inefficiënt aanleveren.  

Daarnaast bleken ook de prestaties van chauffeurs soms sterk te verschillen. Terugkoppelen van de CO2-uitkomsten zorgt in die gevallen voor beter rijgedrag. Aanbeveling is om informatie op te halen bij chauffeurs over waar onnodige kilometers ontstaan, en suggesties voor het optimaliseren van routes. De ondernemer moet ook vragen om meer flexibiliteit voor pick-up- en aflevervensters bij klanten, zodat er optimaal kan worden gepland.  

Ten slotte aanbevelingen. Het is aan te raden piekmomenten in kaart te brengen en klanten een incentive te geven om die momenten te vermijden. Ook is het te adviseren om laadpalen beschikbaar te stellen voor klanten/leveranciers. Verdere verbeteropties zijn: het gebruik van andere modaliteiten, toepassen van andere brandstoffen, data delen in de keten, en data van uitbesteed transport en belading pallet/ indeling beschikbaar te hebben. 

Vervolgtraject 

Na het succesvol afronden van het traject binnen Logistics Valley Regio Nijmegen is het traject nu ook gestart in Logistics Valley Rivierenland en Regio Liemers-Achterhoek. 

In de regio Nijmegen start aansluitend op de nulmeting in 2023 een vervolgtraject. Hendriks: “Het is belangrijk het momentum vast te houden. Daarom krijgen de zeven bedrijven dit jaar ondersteuning bij het opzetten van een maandelijkse rapportage om continue monitoring mogelijk te maken. Gezamenlijk stellen ze doelstellingen vast om de uitstoot te verminderen. Dit vervolgtraject loopt tot eind mei 2023. Het monitoren wordt daarmee in 2024 onderdeel van de standaard bedrijfsvoering.” 

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen: ‘Nog te vaak worden er lege kilometers gereden’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Resultaten 

Zoals gezegd zijn de zeven bedrijven tijdens de pilot goed voor een CO2-uitstoot van 21.461.441 kilo. Dat is volgens het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) goed voor een bedrag van 1.073.072 euro. Het ETS is een marktinstrument waarbij moeten worden betaald voor de CO2-rechten. Het systeem richt zich nu met name op de industrie, maar wordt in de toekomst uitgebreid naar transport.  

De CO2 per ton zegt iets over de gemiddelde uitstoot per ton lading. Gemiddeld is de uitstoot bij Logistics Valley 21,78 kilogram CO2 per ton. Dat is een betere uitkomst dan vooraf verwacht, gezien het volume dat buiten Nederland wordt geleverd.  

Van Hal legt uit: “Over het algemeen hebben bedrijven een CO2-uitstoot tussen de 0 en 100 CO2 per ton, afhankelijk van het type dienstverlening. Bedrijven die groupage Nederland rijden, scoren normaliter onder de 20 kilogram, waar groupage Europa daar meestal boven zit. Minder efficiënte transportstromen, zoals lichte belading met kleine pakketten zitten meer richting de 80 kilo CO2 per ton. Bij zeer efficiënte belading (FTL) binnen Nederland zit de uitstoot ronde 10 kilogram. De deelnemende bedrijven leveren grotendeels groupage in Europa, daarnaast beleveren twee van de bedrijven ook kleinere eenheden, zoals pakketten. Het gemiddelde van de community heeft daarmee een mooi resultaat binnen de benchmark. Vanzelfsprekend ligt er ruimte voor verbetering om de uitstoot verder te reduceren.” 

Te veel lucht 

Dataverzameling vergt nog aandacht. Die lering kan worden getrokken uit de pilot. Verder is gebleken dat er te veel lucht wordt vervoerd als gevolg van lege ritten. Ook verzoeken van klanten om spoedtransport hebben onmiskenbaar een negatieve impact. Duidelijk werd tevens dat een deel van de klanten vaak kleine bestellingen plaatst. Leerpuntje was verder om minder vaak klanten te gaan beleveren die inefficiënt aanleveren.  

Daarnaast bleken ook de prestaties van chauffeurs soms sterk te verschillen. Terugkoppelen van de CO2-uitkomsten zorgt in die gevallen voor beter rijgedrag. Aanbeveling is om informatie op te halen bij chauffeurs over waar onnodige kilometers ontstaan, en suggesties voor het optimaliseren van routes. De ondernemer moet ook vragen om meer flexibiliteit voor pick-up- en aflevervensters bij klanten, zodat er optimaal kan worden gepland.  

Ten slotte aanbevelingen. Het is aan te raden piekmomenten in kaart te brengen en klanten een incentive te geven om die momenten te vermijden. Ook is het te adviseren om laadpalen beschikbaar te stellen voor klanten/leveranciers. Verdere verbeteropties zijn: het gebruik van andere modaliteiten, toepassen van andere brandstoffen, data delen in de keten, en data van uitbesteed transport en belading pallet/ indeling beschikbaar te hebben. 

Vervolgtraject 

Na het succesvol afronden van het traject binnen Logistics Valley Regio Nijmegen is het traject nu ook gestart in Logistics Valley Rivierenland en Regio Liemers-Achterhoek. 

In de regio Nijmegen start aansluitend op de nulmeting in 2023 een vervolgtraject. Hendriks: “Het is belangrijk het momentum vast te houden. Daarom krijgen de zeven bedrijven dit jaar ondersteuning bij het opzetten van een maandelijkse rapportage om continue monitoring mogelijk te maken. Gezamenlijk stellen ze doelstellingen vast om de uitstoot te verminderen. Dit vervolgtraject loopt tot eind mei 2023. Het monitoren wordt daarmee in 2024 onderdeel van de standaard bedrijfsvoering.” 

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen: ‘Nog te vaak worden er lege kilometers gereden’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Handleiding voor de registratie

Het verzamelen van de benodigde data blijkt lastig in de praktijk. Van Hal: “TMS-systemen zijn meestal niet zo ingericht dat de benodigde data gemakkelijk te exporteren is, waardoor vaak maatwerk nodig is. Gezegd moet wel dat het binnen deze pilot uiteindelijk gelukt is om alle data aan te leveren.”  

Tijdens het verzamelen van de gegevens wordt ook meteen de kwaliteit en de volledigheid inzichtelijk. “Soms bleken velden niet (goed) ingevuld of ontbreekt data van een specifieke klant of rit. Door er intensief mee bezig te zijn, komen hiaten naar boven en kan direct de data-entry verbeterd worden.” Een aantal deelnemers heeft een interne handleiding geschreven voor de registratie en collectie van de data om dat proces te borgen, zegt Van Hal.  

De data is vervolgens geanalyseerd met de BigMile software, een softwareprogramma dat CO2-berekeningen heeft geautomatiseerd. De tool maakt ook automatisch een dashboard aan waarin de data visueel aantrekkelijk wordt gepresenteerd. Het kan worden gebruikt voor communicatie naar klanten. 

Resultaten 

Zoals gezegd zijn de zeven bedrijven tijdens de pilot goed voor een CO2-uitstoot van 21.461.441 kilo. Dat is volgens het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) goed voor een bedrag van 1.073.072 euro. Het ETS is een marktinstrument waarbij moeten worden betaald voor de CO2-rechten. Het systeem richt zich nu met name op de industrie, maar wordt in de toekomst uitgebreid naar transport.  

De CO2 per ton zegt iets over de gemiddelde uitstoot per ton lading. Gemiddeld is de uitstoot bij Logistics Valley 21,78 kilogram CO2 per ton. Dat is een betere uitkomst dan vooraf verwacht, gezien het volume dat buiten Nederland wordt geleverd.  

Van Hal legt uit: “Over het algemeen hebben bedrijven een CO2-uitstoot tussen de 0 en 100 CO2 per ton, afhankelijk van het type dienstverlening. Bedrijven die groupage Nederland rijden, scoren normaliter onder de 20 kilogram, waar groupage Europa daar meestal boven zit. Minder efficiënte transportstromen, zoals lichte belading met kleine pakketten zitten meer richting de 80 kilo CO2 per ton. Bij zeer efficiënte belading (FTL) binnen Nederland zit de uitstoot ronde 10 kilogram. De deelnemende bedrijven leveren grotendeels groupage in Europa, daarnaast beleveren twee van de bedrijven ook kleinere eenheden, zoals pakketten. Het gemiddelde van de community heeft daarmee een mooi resultaat binnen de benchmark. Vanzelfsprekend ligt er ruimte voor verbetering om de uitstoot verder te reduceren.” 

Te veel lucht 

Dataverzameling vergt nog aandacht. Die lering kan worden getrokken uit de pilot. Verder is gebleken dat er te veel lucht wordt vervoerd als gevolg van lege ritten. Ook verzoeken van klanten om spoedtransport hebben onmiskenbaar een negatieve impact. Duidelijk werd tevens dat een deel van de klanten vaak kleine bestellingen plaatst. Leerpuntje was verder om minder vaak klanten te gaan beleveren die inefficiënt aanleveren.  

Daarnaast bleken ook de prestaties van chauffeurs soms sterk te verschillen. Terugkoppelen van de CO2-uitkomsten zorgt in die gevallen voor beter rijgedrag. Aanbeveling is om informatie op te halen bij chauffeurs over waar onnodige kilometers ontstaan, en suggesties voor het optimaliseren van routes. De ondernemer moet ook vragen om meer flexibiliteit voor pick-up- en aflevervensters bij klanten, zodat er optimaal kan worden gepland.  

Ten slotte aanbevelingen. Het is aan te raden piekmomenten in kaart te brengen en klanten een incentive te geven om die momenten te vermijden. Ook is het te adviseren om laadpalen beschikbaar te stellen voor klanten/leveranciers. Verdere verbeteropties zijn: het gebruik van andere modaliteiten, toepassen van andere brandstoffen, data delen in de keten, en data van uitbesteed transport en belading pallet/ indeling beschikbaar te hebben. 

Vervolgtraject 

Na het succesvol afronden van het traject binnen Logistics Valley Regio Nijmegen is het traject nu ook gestart in Logistics Valley Rivierenland en Regio Liemers-Achterhoek. 

In de regio Nijmegen start aansluitend op de nulmeting in 2023 een vervolgtraject. Hendriks: “Het is belangrijk het momentum vast te houden. Daarom krijgen de zeven bedrijven dit jaar ondersteuning bij het opzetten van een maandelijkse rapportage om continue monitoring mogelijk te maken. Gezamenlijk stellen ze doelstellingen vast om de uitstoot te verminderen. Dit vervolgtraject loopt tot eind mei 2023. Het monitoren wordt daarmee in 2024 onderdeel van de standaard bedrijfsvoering.” 

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen: ‘Nog te vaak worden er lege kilometers gereden’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Oorsprong van de uitstoot inzichtelijk  

De zeven Gelderse bedrijven die hebben meegedaan aan de pilot zijn Mark Huisman Logistics, De Klok Logistics, ATS transport, UTS Verkroost Nijmegen, Koeltrans Angeren, Roelofs Internationaal Transport en Also Internationaal.  

Voor elk bedrijf is een format opgesteld voor dataverzameling. Dat is gebeurd op basis van informatie over de beschikbare data en het type dienstverlening. “Met ondersteuning van de consultant is de data opgezocht en zijn testen gedraaid om deze te verifiëren en verbeteren”, aldus Van Hal.  

Lees ook: ‘CO2-reductie van wegtransport kan alleen vaart maken met brede verduurzamingsbenadering’

De informatie die nodig is om de CO2-uitstoot te berekenen en te alloceren zijn brandstofdata en orderdata. “Met de gegevens over de orders wordt de berekende CO2 toegewezen aan orders, klanten, ritten, tijdperiodes en kenteken”, legt ze uit. “Zo wordt de oorsprong van de uitstoot inzichtelijk gemaakt en kan de organisatie zien welke klanten een bovengemiddelde uitstoot hebben op orders, hoe hoog de gemiddelde uitstoot per wagen is, welke ritten inefficiënt zijn gereden, enzovoorts.” 

Handleiding voor de registratie

Het verzamelen van de benodigde data blijkt lastig in de praktijk. Van Hal: “TMS-systemen zijn meestal niet zo ingericht dat de benodigde data gemakkelijk te exporteren is, waardoor vaak maatwerk nodig is. Gezegd moet wel dat het binnen deze pilot uiteindelijk gelukt is om alle data aan te leveren.”  

Tijdens het verzamelen van de gegevens wordt ook meteen de kwaliteit en de volledigheid inzichtelijk. “Soms bleken velden niet (goed) ingevuld of ontbreekt data van een specifieke klant of rit. Door er intensief mee bezig te zijn, komen hiaten naar boven en kan direct de data-entry verbeterd worden.” Een aantal deelnemers heeft een interne handleiding geschreven voor de registratie en collectie van de data om dat proces te borgen, zegt Van Hal.  

De data is vervolgens geanalyseerd met de BigMile software, een softwareprogramma dat CO2-berekeningen heeft geautomatiseerd. De tool maakt ook automatisch een dashboard aan waarin de data visueel aantrekkelijk wordt gepresenteerd. Het kan worden gebruikt voor communicatie naar klanten. 

Resultaten 

Zoals gezegd zijn de zeven bedrijven tijdens de pilot goed voor een CO2-uitstoot van 21.461.441 kilo. Dat is volgens het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) goed voor een bedrag van 1.073.072 euro. Het ETS is een marktinstrument waarbij moeten worden betaald voor de CO2-rechten. Het systeem richt zich nu met name op de industrie, maar wordt in de toekomst uitgebreid naar transport.  

De CO2 per ton zegt iets over de gemiddelde uitstoot per ton lading. Gemiddeld is de uitstoot bij Logistics Valley 21,78 kilogram CO2 per ton. Dat is een betere uitkomst dan vooraf verwacht, gezien het volume dat buiten Nederland wordt geleverd.  

Van Hal legt uit: “Over het algemeen hebben bedrijven een CO2-uitstoot tussen de 0 en 100 CO2 per ton, afhankelijk van het type dienstverlening. Bedrijven die groupage Nederland rijden, scoren normaliter onder de 20 kilogram, waar groupage Europa daar meestal boven zit. Minder efficiënte transportstromen, zoals lichte belading met kleine pakketten zitten meer richting de 80 kilo CO2 per ton. Bij zeer efficiënte belading (FTL) binnen Nederland zit de uitstoot ronde 10 kilogram. De deelnemende bedrijven leveren grotendeels groupage in Europa, daarnaast beleveren twee van de bedrijven ook kleinere eenheden, zoals pakketten. Het gemiddelde van de community heeft daarmee een mooi resultaat binnen de benchmark. Vanzelfsprekend ligt er ruimte voor verbetering om de uitstoot verder te reduceren.” 

Te veel lucht 

Dataverzameling vergt nog aandacht. Die lering kan worden getrokken uit de pilot. Verder is gebleken dat er te veel lucht wordt vervoerd als gevolg van lege ritten. Ook verzoeken van klanten om spoedtransport hebben onmiskenbaar een negatieve impact. Duidelijk werd tevens dat een deel van de klanten vaak kleine bestellingen plaatst. Leerpuntje was verder om minder vaak klanten te gaan beleveren die inefficiënt aanleveren.  

Daarnaast bleken ook de prestaties van chauffeurs soms sterk te verschillen. Terugkoppelen van de CO2-uitkomsten zorgt in die gevallen voor beter rijgedrag. Aanbeveling is om informatie op te halen bij chauffeurs over waar onnodige kilometers ontstaan, en suggesties voor het optimaliseren van routes. De ondernemer moet ook vragen om meer flexibiliteit voor pick-up- en aflevervensters bij klanten, zodat er optimaal kan worden gepland.  

Ten slotte aanbevelingen. Het is aan te raden piekmomenten in kaart te brengen en klanten een incentive te geven om die momenten te vermijden. Ook is het te adviseren om laadpalen beschikbaar te stellen voor klanten/leveranciers. Verdere verbeteropties zijn: het gebruik van andere modaliteiten, toepassen van andere brandstoffen, data delen in de keten, en data van uitbesteed transport en belading pallet/ indeling beschikbaar te hebben. 

Vervolgtraject 

Na het succesvol afronden van het traject binnen Logistics Valley Regio Nijmegen is het traject nu ook gestart in Logistics Valley Rivierenland en Regio Liemers-Achterhoek. 

In de regio Nijmegen start aansluitend op de nulmeting in 2023 een vervolgtraject. Hendriks: “Het is belangrijk het momentum vast te houden. Daarom krijgen de zeven bedrijven dit jaar ondersteuning bij het opzetten van een maandelijkse rapportage om continue monitoring mogelijk te maken. Gezamenlijk stellen ze doelstellingen vast om de uitstoot te verminderen. Dit vervolgtraject loopt tot eind mei 2023. Het monitoren wordt daarmee in 2024 onderdeel van de standaard bedrijfsvoering.” 

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen: ‘Nog te vaak worden er lege kilometers gereden’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Benchmarken 

De mogelijkheid tot benchmarken, biedt verder als voordeel dat bedrijven weten hoe ze ervoor staan ten opzichte van andere organisaties. Ook kunnen ze, door het vergelijken en uitwisselen van de gegevens, elkaar het nodige leren. Denk aan het verminderen van CO2-uitstoot, administratie enzovoorts. Verdere pluspunten zijn: inzicht in efficiëntie van de operatie, onderscheidend vermogen richting opdrachtgevers en een bijdragen leveren aan belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Dat is bijvoorbeeld versnellen van de energietransitie en verminderen van vrachtverkeer op de weg. 

Oorsprong van de uitstoot inzichtelijk  

De zeven Gelderse bedrijven die hebben meegedaan aan de pilot zijn Mark Huisman Logistics, De Klok Logistics, ATS transport, UTS Verkroost Nijmegen, Koeltrans Angeren, Roelofs Internationaal Transport en Also Internationaal.  

Voor elk bedrijf is een format opgesteld voor dataverzameling. Dat is gebeurd op basis van informatie over de beschikbare data en het type dienstverlening. “Met ondersteuning van de consultant is de data opgezocht en zijn testen gedraaid om deze te verifiëren en verbeteren”, aldus Van Hal.  

Lees ook: ‘CO2-reductie van wegtransport kan alleen vaart maken met brede verduurzamingsbenadering’

De informatie die nodig is om de CO2-uitstoot te berekenen en te alloceren zijn brandstofdata en orderdata. “Met de gegevens over de orders wordt de berekende CO2 toegewezen aan orders, klanten, ritten, tijdperiodes en kenteken”, legt ze uit. “Zo wordt de oorsprong van de uitstoot inzichtelijk gemaakt en kan de organisatie zien welke klanten een bovengemiddelde uitstoot hebben op orders, hoe hoog de gemiddelde uitstoot per wagen is, welke ritten inefficiënt zijn gereden, enzovoorts.” 

Handleiding voor de registratie

Het verzamelen van de benodigde data blijkt lastig in de praktijk. Van Hal: “TMS-systemen zijn meestal niet zo ingericht dat de benodigde data gemakkelijk te exporteren is, waardoor vaak maatwerk nodig is. Gezegd moet wel dat het binnen deze pilot uiteindelijk gelukt is om alle data aan te leveren.”  

Tijdens het verzamelen van de gegevens wordt ook meteen de kwaliteit en de volledigheid inzichtelijk. “Soms bleken velden niet (goed) ingevuld of ontbreekt data van een specifieke klant of rit. Door er intensief mee bezig te zijn, komen hiaten naar boven en kan direct de data-entry verbeterd worden.” Een aantal deelnemers heeft een interne handleiding geschreven voor de registratie en collectie van de data om dat proces te borgen, zegt Van Hal.  

De data is vervolgens geanalyseerd met de BigMile software, een softwareprogramma dat CO2-berekeningen heeft geautomatiseerd. De tool maakt ook automatisch een dashboard aan waarin de data visueel aantrekkelijk wordt gepresenteerd. Het kan worden gebruikt voor communicatie naar klanten. 

Resultaten 

Zoals gezegd zijn de zeven bedrijven tijdens de pilot goed voor een CO2-uitstoot van 21.461.441 kilo. Dat is volgens het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) goed voor een bedrag van 1.073.072 euro. Het ETS is een marktinstrument waarbij moeten worden betaald voor de CO2-rechten. Het systeem richt zich nu met name op de industrie, maar wordt in de toekomst uitgebreid naar transport.  

De CO2 per ton zegt iets over de gemiddelde uitstoot per ton lading. Gemiddeld is de uitstoot bij Logistics Valley 21,78 kilogram CO2 per ton. Dat is een betere uitkomst dan vooraf verwacht, gezien het volume dat buiten Nederland wordt geleverd.  

Van Hal legt uit: “Over het algemeen hebben bedrijven een CO2-uitstoot tussen de 0 en 100 CO2 per ton, afhankelijk van het type dienstverlening. Bedrijven die groupage Nederland rijden, scoren normaliter onder de 20 kilogram, waar groupage Europa daar meestal boven zit. Minder efficiënte transportstromen, zoals lichte belading met kleine pakketten zitten meer richting de 80 kilo CO2 per ton. Bij zeer efficiënte belading (FTL) binnen Nederland zit de uitstoot ronde 10 kilogram. De deelnemende bedrijven leveren grotendeels groupage in Europa, daarnaast beleveren twee van de bedrijven ook kleinere eenheden, zoals pakketten. Het gemiddelde van de community heeft daarmee een mooi resultaat binnen de benchmark. Vanzelfsprekend ligt er ruimte voor verbetering om de uitstoot verder te reduceren.” 

Te veel lucht 

Dataverzameling vergt nog aandacht. Die lering kan worden getrokken uit de pilot. Verder is gebleken dat er te veel lucht wordt vervoerd als gevolg van lege ritten. Ook verzoeken van klanten om spoedtransport hebben onmiskenbaar een negatieve impact. Duidelijk werd tevens dat een deel van de klanten vaak kleine bestellingen plaatst. Leerpuntje was verder om minder vaak klanten te gaan beleveren die inefficiënt aanleveren.  

Daarnaast bleken ook de prestaties van chauffeurs soms sterk te verschillen. Terugkoppelen van de CO2-uitkomsten zorgt in die gevallen voor beter rijgedrag. Aanbeveling is om informatie op te halen bij chauffeurs over waar onnodige kilometers ontstaan, en suggesties voor het optimaliseren van routes. De ondernemer moet ook vragen om meer flexibiliteit voor pick-up- en aflevervensters bij klanten, zodat er optimaal kan worden gepland.  

Ten slotte aanbevelingen. Het is aan te raden piekmomenten in kaart te brengen en klanten een incentive te geven om die momenten te vermijden. Ook is het te adviseren om laadpalen beschikbaar te stellen voor klanten/leveranciers. Verdere verbeteropties zijn: het gebruik van andere modaliteiten, toepassen van andere brandstoffen, data delen in de keten, en data van uitbesteed transport en belading pallet/ indeling beschikbaar te hebben. 

Vervolgtraject 

Na het succesvol afronden van het traject binnen Logistics Valley Regio Nijmegen is het traject nu ook gestart in Logistics Valley Rivierenland en Regio Liemers-Achterhoek. 

In de regio Nijmegen start aansluitend op de nulmeting in 2023 een vervolgtraject. Hendriks: “Het is belangrijk het momentum vast te houden. Daarom krijgen de zeven bedrijven dit jaar ondersteuning bij het opzetten van een maandelijkse rapportage om continue monitoring mogelijk te maken. Gezamenlijk stellen ze doelstellingen vast om de uitstoot te verminderen. Dit vervolgtraject loopt tot eind mei 2023. Het monitoren wordt daarmee in 2024 onderdeel van de standaard bedrijfsvoering.” 

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen: ‘Nog te vaak worden er lege kilometers gereden’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding

De CO2-footprint van de bedrijven is onderzocht op initiatief van Logistics Valley Regio Nijmegen, Topsector Logistiek en Buck Consultants International (BCI).

Zo’n 23.584.001 biertjes, 9.755.200 pizza’s, 1.866.212 schoenen, 9.331 bypassoperaties, 3.065 personen of 858.457 aan te planten bomen. Dat is omgerekend de hoeveelheid CO2 die de zeven Gelderse transportbedrijven gezamenlijk uitstoten gedurende een jaar, zo becijferde Laura van Hal, consultant bij BCI onlangs (foto). Ze gaf een presentatie van het eindrapport Carbon Footprint Project Logistics Valley Nijmegen.  

Tot de verbeelding sprekende voorbeelden, want alleen de uitgestoten hoeveelheid CO2 in cijfers: 21.461.441 kilo, zegt de gemiddelde lezer niet zo veel. 

Klimaatdoelen 

Dit cijfer, dit eerste inzicht, is nodig om effectieve strategieën te kunnen ontwikkelen om de uitstoot daadwerkelijk terug te brengen. Het in kaart brengen van de carbon footprint is voor bedrijven namelijk onvermijdelijk. Dat komt door de zogenoemde Corporate Sustainability Reporting Directive (CSRD). In deze richtlijn staat dat bedrijven vanaf 2024 verplicht worden te rapporteren over hun impact op mens en klimaat. De uitstoot van broeikasgassen, met name CO2, speelt immers een belangrijke rol in de verandering van het klimaat. Op zowel Europees als nationaal niveau zijn daarom doelen vastgesteld om die uitstoot de komende jaren te reduceren.  

In het Nationaal klimaatrakkoord gaat het om een CO2-reductie van 55% ten opzichte van 1960. Op Europees niveau is vastgelegd dat vrachtwagens in 2025 15% minder CO2 uitstoten ten opzichte van 2019 en 30% minder in 2030.  

Footprint in kaart

Carbon foot printing is een instrument waarmee de CO2-uitstoot van transport inzichtelijk kan worden gemaakt. “Het brengt de uitstoot op verschillende niveaus in kaart, zoals ritniveau, voertuigen en klanten. Daardoor is gerichte sturing mogelijk op plekken waar verbetering nodig is. Ook geeft het inzicht in efficiëntie van belading en planning, en is dus nuttig voor andere doeleinden dan emissies”, aldus Van Hal.  

Op initiatief van Topsector Logistiek brengt BCI voor diverse industrieën de CO2 footprint in kaart. Doordat kengetallen zijn opgehaald voor verschillende typen dienstverlening, kunnen bedrijven door middel van benchmarking de gemiddelde uitstoot anoniem vergelijken met gemiddelden van concullega’s. Denk aan kengetallen zoals groupage of koeriersdiensten. 

Ervaring 

Logistics Valley Nijmegen heeft samen met Topsector Logistiek en BCI een klein jaar geleden een kosteloze CO2-scan aangeboden aan ondernemers. Bedrijven krijgen hiermee een nulmeting van hun transport CO2-uitstoot. Ook dit jaar is die CO2-scan nog gratis en kunnen organisaties zich hiervoor aanmelden bij BCI.  

“Het mooie is niet alleen dat deze scan gratis is, maar bedrijven kunnen vooral ook leren en ervaren hoe ze welke data kunnen generen en aanleveren. Daarvoor kunnen ze een zogenoemde CO2-boekhouding opzetten, naast de bestaande financiële boekhouding”, vertelt Ben Hendriks, projectmanager bij Logistics Valley Regio Nijmegen.  

“Zo wordt het bijhouden en analyseren van de CO2-gegevens steeds meer een vanzelfsprekendheid. Dat is belangrijk, omdat er steeds vaker ook aan de uitstoot van CO2 een prijskaartje hangt. Het is dus voorsorteren op de verplichting tot rapportage. Vanaf 2024 zullen bedrijven die CO2-scan zelf moeten betalen als ze bijvoorbeeld een advies- of onderzoeksbureau inschakelen om de juiste gegevens boven water krijgen en aan te leveren. Die kosten kun je nu nog besparen, je kunt ervaring opdoen en onder begeleiding van een consulent een start maken.” 

Benchmarken 

De mogelijkheid tot benchmarken, biedt verder als voordeel dat bedrijven weten hoe ze ervoor staan ten opzichte van andere organisaties. Ook kunnen ze, door het vergelijken en uitwisselen van de gegevens, elkaar het nodige leren. Denk aan het verminderen van CO2-uitstoot, administratie enzovoorts. Verdere pluspunten zijn: inzicht in efficiëntie van de operatie, onderscheidend vermogen richting opdrachtgevers en een bijdragen leveren aan belangrijke maatschappelijke uitdagingen. Dat is bijvoorbeeld versnellen van de energietransitie en verminderen van vrachtverkeer op de weg. 

Oorsprong van de uitstoot inzichtelijk  

De zeven Gelderse bedrijven die hebben meegedaan aan de pilot zijn Mark Huisman Logistics, De Klok Logistics, ATS transport, UTS Verkroost Nijmegen, Koeltrans Angeren, Roelofs Internationaal Transport en Also Internationaal.  

Voor elk bedrijf is een format opgesteld voor dataverzameling. Dat is gebeurd op basis van informatie over de beschikbare data en het type dienstverlening. “Met ondersteuning van de consultant is de data opgezocht en zijn testen gedraaid om deze te verifiëren en verbeteren”, aldus Van Hal.  

Lees ook: ‘CO2-reductie van wegtransport kan alleen vaart maken met brede verduurzamingsbenadering’

De informatie die nodig is om de CO2-uitstoot te berekenen en te alloceren zijn brandstofdata en orderdata. “Met de gegevens over de orders wordt de berekende CO2 toegewezen aan orders, klanten, ritten, tijdperiodes en kenteken”, legt ze uit. “Zo wordt de oorsprong van de uitstoot inzichtelijk gemaakt en kan de organisatie zien welke klanten een bovengemiddelde uitstoot hebben op orders, hoe hoog de gemiddelde uitstoot per wagen is, welke ritten inefficiënt zijn gereden, enzovoorts.” 

Handleiding voor de registratie

Het verzamelen van de benodigde data blijkt lastig in de praktijk. Van Hal: “TMS-systemen zijn meestal niet zo ingericht dat de benodigde data gemakkelijk te exporteren is, waardoor vaak maatwerk nodig is. Gezegd moet wel dat het binnen deze pilot uiteindelijk gelukt is om alle data aan te leveren.”  

Tijdens het verzamelen van de gegevens wordt ook meteen de kwaliteit en de volledigheid inzichtelijk. “Soms bleken velden niet (goed) ingevuld of ontbreekt data van een specifieke klant of rit. Door er intensief mee bezig te zijn, komen hiaten naar boven en kan direct de data-entry verbeterd worden.” Een aantal deelnemers heeft een interne handleiding geschreven voor de registratie en collectie van de data om dat proces te borgen, zegt Van Hal.  

De data is vervolgens geanalyseerd met de BigMile software, een softwareprogramma dat CO2-berekeningen heeft geautomatiseerd. De tool maakt ook automatisch een dashboard aan waarin de data visueel aantrekkelijk wordt gepresenteerd. Het kan worden gebruikt voor communicatie naar klanten. 

Resultaten 

Zoals gezegd zijn de zeven bedrijven tijdens de pilot goed voor een CO2-uitstoot van 21.461.441 kilo. Dat is volgens het Europese Emissiehandelssysteem (ETS) goed voor een bedrag van 1.073.072 euro. Het ETS is een marktinstrument waarbij moeten worden betaald voor de CO2-rechten. Het systeem richt zich nu met name op de industrie, maar wordt in de toekomst uitgebreid naar transport.  

De CO2 per ton zegt iets over de gemiddelde uitstoot per ton lading. Gemiddeld is de uitstoot bij Logistics Valley 21,78 kilogram CO2 per ton. Dat is een betere uitkomst dan vooraf verwacht, gezien het volume dat buiten Nederland wordt geleverd.  

Van Hal legt uit: “Over het algemeen hebben bedrijven een CO2-uitstoot tussen de 0 en 100 CO2 per ton, afhankelijk van het type dienstverlening. Bedrijven die groupage Nederland rijden, scoren normaliter onder de 20 kilogram, waar groupage Europa daar meestal boven zit. Minder efficiënte transportstromen, zoals lichte belading met kleine pakketten zitten meer richting de 80 kilo CO2 per ton. Bij zeer efficiënte belading (FTL) binnen Nederland zit de uitstoot ronde 10 kilogram. De deelnemende bedrijven leveren grotendeels groupage in Europa, daarnaast beleveren twee van de bedrijven ook kleinere eenheden, zoals pakketten. Het gemiddelde van de community heeft daarmee een mooi resultaat binnen de benchmark. Vanzelfsprekend ligt er ruimte voor verbetering om de uitstoot verder te reduceren.” 

Te veel lucht 

Dataverzameling vergt nog aandacht. Die lering kan worden getrokken uit de pilot. Verder is gebleken dat er te veel lucht wordt vervoerd als gevolg van lege ritten. Ook verzoeken van klanten om spoedtransport hebben onmiskenbaar een negatieve impact. Duidelijk werd tevens dat een deel van de klanten vaak kleine bestellingen plaatst. Leerpuntje was verder om minder vaak klanten te gaan beleveren die inefficiënt aanleveren.  

Daarnaast bleken ook de prestaties van chauffeurs soms sterk te verschillen. Terugkoppelen van de CO2-uitkomsten zorgt in die gevallen voor beter rijgedrag. Aanbeveling is om informatie op te halen bij chauffeurs over waar onnodige kilometers ontstaan, en suggesties voor het optimaliseren van routes. De ondernemer moet ook vragen om meer flexibiliteit voor pick-up- en aflevervensters bij klanten, zodat er optimaal kan worden gepland.  

Ten slotte aanbevelingen. Het is aan te raden piekmomenten in kaart te brengen en klanten een incentive te geven om die momenten te vermijden. Ook is het te adviseren om laadpalen beschikbaar te stellen voor klanten/leveranciers. Verdere verbeteropties zijn: het gebruik van andere modaliteiten, toepassen van andere brandstoffen, data delen in de keten, en data van uitbesteed transport en belading pallet/ indeling beschikbaar te hebben. 

Vervolgtraject 

Na het succesvol afronden van het traject binnen Logistics Valley Regio Nijmegen is het traject nu ook gestart in Logistics Valley Rivierenland en Regio Liemers-Achterhoek. 

In de regio Nijmegen start aansluitend op de nulmeting in 2023 een vervolgtraject. Hendriks: “Het is belangrijk het momentum vast te houden. Daarom krijgen de zeven bedrijven dit jaar ondersteuning bij het opzetten van een maandelijkse rapportage om continue monitoring mogelijk te maken. Gezamenlijk stellen ze doelstellingen vast om de uitstoot te verminderen. Dit vervolgtraject loopt tot eind mei 2023. Het monitoren wordt daarmee in 2024 onderdeel van de standaard bedrijfsvoering.” 

Lees ook: Pilot CO2-footprint in kaart brengen: ‘Nog te vaak worden er lege kilometers gereden’

U las zojuist één van de gratis premium artikelen

Onbeperkt lezen? Maak gebruik van de exclusieve aanbieding

Bekijk de aanbieding
Onderwerpen:

Auteur: Annelies van Stijn