In 2016 was de Merwedebrug in de A27 maandenlang afgesloten voor zwaar verkeer. Volgens deskundigen stond de brug 'op instorten' en ontsnapte Nederland ternauwernood aan een ramp. De Merwedebrug is geen uitzondering, constateert de coalitie: een groot deel van de Nederlandse bruggen, viaducten, sluizen en andere infrastructurele werken is kort na 1950 gebouwd en dringend toe aan onderhoud of vervanging. Recentelijk is een aantal bruggen en sluizen buiten gebruik gesteld. Ook andere maatregelen veroorzaken stremmingen voor scheepvaart of wegverkeer.

Diverse oorzaken voor stagnatie

Om uiteenlopende redenen stagneert juist nu de voorbereiding en uitvoering van veel infrawerk. Volgens de coalitiepartners blokkeert de stikstofimpasse de start van negen cruciale infraprojecten met een totale waarde van € 1,4 miljard. Ook is er bij Rijkswaterstaat dit jaar geen geld meer beschikbaar voor nieuwe beheer- en onderhoudscontracten van bestaande infrastructuur. Dit betekent dat onderhoudscontracten ter waarde van € 450 miljoen niet op de markt komen. Daar komt bij dat ook gemeenten voor hun infrastructurele projecten middelen tekortkomen. Bureau Berenschot berekende dat de gemeenten in Zuid-Holland 20 tot 25 procent minder uitgeven aan infrastructuur. Voor heel Nederland is er sprake van een jaarlijkse bezuiniging van ongeveer € 1 miljard. TNO heeft juist becijferd dat de begroting voor infraprojecten € 2 tot € 3 miljard moet toenemen om de Nederlandse infrastructuur op orde te houden.

Beheer en onderhoud infrastructuur vlottrekken

De brede infracoalitie roept minister Van Nieuwenhuizen van Infrastructuur en Waterstaat op om beheer en onderhoud zo snel mogelijk vlot te trekken. Doekle Terpstra, voorzitter van Techniek Nederland, vindt dat de minister budget moet gebruiken dat nu op de plank ligt. "Het geld is beschikbaar, maar zit in een ander potje. De minister moet dat zo snel mogelijk vrijmaken om ongelukken te voorkomen.” 

Ook Carla Moonen, bestuursvoorzitter van Koninklijke NLingenieurs, dringt aan op voldoende financiële middelen voor beheer en onderhoud en de aanleg van nieuwe infrastructuur, waaronder spoorlijnen. "Nederland heeft wereldwijd een uitstekende naam als integraal ontwerper van infrastructuur en dan moet je in eigen land het goede voorbeeld geven.”

Geld naar onderhoud

Cumela-voorzitter Wim van Mourik vindt dat Rijkswaterstaat geld dat vrijkomt door uitstel van grote infrastructurele projecten zou moeten besteden aan onderhoud. "Zo houden we Nederland in elk geval bereikbaar. De minister moet daarop acteren en voorkomen dat Nederland en onze bedrijven stilvallen." 

"Het onderhoud van de kust en de vaarwegen is cruciaal”, stelt Hendrik Postma, voorzitter van de Vereniging van Waterbouwers. "De waterveiligheid van Nederland mag niet in het geding komen en vraagt om zowel beheer en onderhoud en de allocatie van budgetten voor nieuwe infrastructuur”.

Structureel extra geld nodig

Volgens de infracoalitie is er structureel € 4 miljard per jaar nodig om de Nederlandse infrastructuur up-to-date te houden. Zij dringt erop aan dat het onderwerp bij de formatie van een nieuw kabinet hoog op de agenda komt. Voorzitter Philip van Nieuwenhuizen van MKB Infra: "Den Haag moet extra geld beschikbaar stellen dat uitsluitend mag worden aangewend voor gemeentelijke infraprojecten. Die projecten zijn noodzakelijk om de infrastructuur toekomstbestendig te maken in verband met zware regenval en een toename van droge periodes als gevolg van klimaatverandering.”

Banen op de tocht

De impasse in de infrasector brengt niet alleen veiligheidsrisico's met zich mee, maar kan ook banen kosten. De krimp van € 2,8 miljard die nu dreigt, staat voor ongeveer 16.500 arbeidsjaren. Voorzitter Maxime Verhagen van Koninklijke Bouwend Nederland wijst erop dat investeringen in de infrastructuur een hoog rendement hebben: "Elke euro die je in de infra steekt, levert fors extra economische activiteit op. Zo helpen we onszelf uit de crisis.”

Achterstallig onderhoud is al merkbaar

Het achterstallig onderhoud van de infrastructuur is geen probleem waarmee Nederland pas in de toekomst te maken krijgen. Het vervoer over weg en water ondervindt er nu al vrijwel dagelijks hinder van. Een aantal voorbeelden van stremmingen, storingen en calamiteiten:

  • Stremmingen bij de Prinses Maxima Sluis, de St Andries Sluis en de sluis Roermond;
  • Storingen van onder meer de Botlekbrug, de Spijkernissebrug en de Suurhoffbrug;
  • Beperkte capaciteit en storingen bij Sluis Grave en Weurt;
  • De Grevelingenbrug is onlangs buiten gebruik gesteld;
  • Op de IJsselbrug treft Rijkswaterstaat in afwachting van renovatie maatregelen om verslechtering te voorkomen;
  • In Amsterdam en Utrecht zijn de afgelopen jaren kademuren ingestort.