De toppositie, die Nederland internationaal in de logistiek heeft, behouden en versterken door concurrerend te blijven. Dat is in één zin het doel van de Topsector Logistiek. De komst van de Tweede Maasvlakte is een goed voorbeeld van het verstevigen van die positie.

Ronald Paul (63) speelde daar als directeur van het project Maasvlakte 2 en chief operating officer (coo) van Havenbedrijf Rotterdam tussen 2004 en 2020 een belangrijke rol bij. Het leverde hem onder meer de bijnaam ‘mister (Tweede) Maasvlakte’ op en de uitverkiezing tot Havenman van het Jaar in 2010. Daarmee vestigde hij zijn reputatie als logistiek boegbeeld.

Bij het aantreden van Paul gaat ook een nieuw uitvoeringsprogramma van de Topsector Logistiek van start. Een goed moment voor een kennismaking met de nieuwe voorzitter en voor een interview over de plannen van de Topsector voor de komende jaren.

Aad Veenman vervulde elf jaar de functie van boegbeeld bij de Topsector Logistiek. U neemt het stokje over. Wat spreekt u aan in deze functie?

“De Topsector is bepaald geen onbekende club voor mij. Van 2017 tot 2020 maakte ik al deel uit van het Topteam (het bestuur). Daarnaast ben ik sinds 2020 bestuurslid van TKI Dinalog. TKI Dinalog vormt samen met Connekt het programmabureau van de Topsector. Daarbij richt TKI Dinalog zich in het kort gezegd op onderzoek naar innovatieve en duurzame oplossingen voor de logistiek. Connekt brengt het vervolgens in de praktijk. 

Verder is logistiek goed voor 13% van ons bruto nationaal product, en daarmee heel belangrijk voor Nederland. Het is ook een sector waarin ik al jarenlang actief ben. Daardoor heb ik er een warme band mee. Dat alles zorgt ervoor dat ik graag een steentje bijdraag aan het toekomstbestendig maken en versterken van die mooie bedrijfstak via via verduurzaming en innovatie.”

‘De internationale positie van de Nederlandse logistiek vasthouden is onze grootste uitdaging’

Wat is het Topteam van de Topsector Logistiek?

“Dat is de term die we bij de topsectoren gebruiken voor het bestuur. Ons Topteam telt negen leden, en bestaat onder andere uit een vertegenwoordiger van het mkb, de Logistieke Alliantie, de wetenschap en de overheid.

Als bestuur delegeren we de programmering aan de vier stuurgroepen van de Topsector Logistiek. Die zijn opgezet rond de gebieden waarop wij ons richten: Steden en Ruimte, Multimodaal Goederenvervoer, Supply Chains en Mobiele Werktuigen en Bouwlogistiek.

De stuurgroepen hebben elk een voorzitter, en zij maken ook deel uit van het Topteam. Samen werken we aan het verwezenlijken van de ambitie die voor onze Topsector is vastgelegd in 2019: het realiseren van een concurrerende en emissieloze logistiek in Nederland in 2050.

Voor de komende jaren zijn duurzaam, veerkrachtig, bestendig onze speerpunten. Daarnaast dragen we met onze logistieke kennis bij aan uiteenlopende maatschappelijke missies binnen het zogenoemde Nederlandse missiegedreven innovatiebeleid. Bij dat alles worden we gesteund door twee ministeries: Economische zaken en Klimaat en Infrastructuur en Waterstaat.”

Hoe gaat u de functie van boegbeeld invullen?

“Ik ben natuurlijk net begonnen en zit nog volop in het kennismakingstraject. Maar wat men zeker van mij kan verwachten, is dat ik mij als boegbeeld verbindend zal opstellen. De logistiek is heel breed en divers. De belangen van de verschillende partijen komen daardoor lang niet altijd overeen. Daarbij speelt ook concurrentie een rol. Bijvoorbeeld tussen de diverse modaliteiten.

Ik zie het als mijn taak om iedereen op één lijn te krijgen. Daarbij kan ik onder meer putten uit mijn ervaring met de Maasvlakte 2. Ook daar waren meerdere partijen bij betrokken met elk hun eigen belang, en is het gelukt om zeer complexe projecten van de grond te krijgen.” Lachend: “En ook mijn ervaring als zeezeiler – zeilen met een catamaran op zee is mijn grote hobby – kan van pas komen. Daardoor ben ik gewend om bij te sturen als de omstandigheden daarom vragen.”

Er komt een nieuw kabinet. Hoort lobbyen in Den Haag ook tot uw takenpakket?

“De overheid maakt, via de twee eerdergenoemde ministeries, zelf deel uit van de Topsector Logistiek. Dus het is niet zozeer lobbyen wat wij en ik doen. We zullen het formatieproces wel met grote interesse volgen en ik zal zelf het enorme belang van de sector voor Nederland zeker bij de formerende partijen en formateur onder de aandacht brengen en houden.”

De toppositie, die Nederland internationaal in de logistiek heeft, behouden en versterken is het doel van de Topsector Logistiek.
Wat ziet u als de grootste uitdaging van de sector?

“Uiteindelijk is de grootste uitdaging het vasthouden van de internationale positie van de Nederlandse logistiek. Buiten alle actuele en verwachte disrupties, zoals de onveilige situatie voor de scheepvaart op de Rode Zee op dit moment en de geplande langdurige afsluiting van de Betuweroute door werkzaamheden in Duitsland. Daarvoor moet die positie veerkrachtig zijn en verduurzamen. Dat laatste biedt kansen om die positie te bestendigen en uit te breiden. Door bij verduurzaming een koppositie te pakken, kun je een voorsprong nemen op de concurrentie. Daarbij moet je ook weer niet te ver voor de troepen uitlopen, maar er zeker ook niet achteraan sukkelen. Het gaat om het vinden van de juiste balans tussen die twee. Een interessant en complex spanningsveld.”

Welke rol speelt de Topsector bij het aangaan van die uitdaging?

“Die richt zich op het stimuleren van innovatie en het zetten van stappen op basis van feiten. De juiste informatie boven tafel krijgen en aan de hand van die kennis aan de slag gaan, zie ik ook als een van mijn taken als boegbeeld.

Percepties en feiten komen lang niet altijd overeen. Neem nu e-commerce. De gedachte dat online winkelen verantwoordelijk is voor een groot deel van de verkeersbewegingen in de stad wordt breed gedeeld. Maar uit onderzoek blijkt dat dit minder dan 4% is. Uitgaand van dat feit kun je terecht de vraag stellen of je je daar voor een groot deel op moet richten als het om stadslogistiek gaat. Ik denk van niet. De middelen die we hebben zijn schaars. Die kun je dan beter inzetten voor iets waar je op het gebied van CO2-reductie veel meer mee kunt bereiken, zoals de bouwlogistiek. Iets wat we nu al doen. Ook meedenken over het opzetten en organiseren van retourstromen, die samenhangen met een circulaire economie, is iets waarbij de Topsector een ondersteunende rol in kan spelen als innovator. Dat geldt eveneens voor de verdere ontwikkeling en inzet van bijvoorbeeld de 4-teu-truck (een teu is 6,10 meter lang, 2,44 m breed en meestal 2,59 m hoog) voor het verminderden van transportbewegingen.”  

Lees ook: Festival Topsector Logistiek in kader van kracht van logistiek

De afgelopen drie jaar werkte de Topsector aan het uitvoeringsprogramma 2021-2023. Wat zijn de resultaten?

“Kort samengevat zijn die overwegend positief te noemen. Zo lag het aantal bedrijven dat actief bezig is met CO2-metingen en -reductie eind vorig jaar ver boven het streefgetal. Voor 2023 was dat vastgesteld op 1.500. Het waren er uiteindelijk 1.760. Dat geldt ook voor het aantal segmenten waarin bedrijven hun CO2-reductie onderling gebenchmarkt hebben. Dat steeg van 0 in 2020 naar 102 ondernemingen van de in totaal 110 in 2023. En dat terwijl de streefwaarde van die KPI over die periode 80 was. Ook de concurrentiekracht van het Nederlandse logistieke bedrijfsleven nam toe. In de Logistics Performance Index van de Wereldbank klom Nederland wereldwijd van de zesde naar de derde positie, en in Europa van de vijfde naar de tweede plaats.”

Hoe ziet het uitvoeringsprogramma er voor de komende drie jaar uit?

“Zoals de zojuist genoemde cijfers laten zien, hebben we een goede start gemaakt bij het verduurzamen van de logistiek. Naast verduurzaming ligt de focus van het komende programma op ‘veerkracht’ en ‘bestendig’. Dat wil zeggen, zo goed mogelijk omgaan met disrupties en meer doen binnen de schaarse ruimte, middelen en capaciteit die er voor de sector is. Aan het bereiken en betrekken van ondernemingen daarbij zullen we komende jaren onverminderd aandacht besteden. Verder zullen we onze inspanningen richten op het verbeteren van de supply chain van de zeehavens naar het achterland, om die efficiënter en robuuster te maken. Daarnaast willen we de mogelijkheden van AI voor de logistiek onderzoeken.”