“De DAF CF past erg goed bij het werk dat we ermee doen”, vertelt Hans van de Wiel, een van de vaste chauffeurs bij Tijssen Goed voor Dieren. “De CF is overzichtelijk, je hebt goed zicht vanuit de lage cabine op de omgeving. Dat is erg prettig omdat we ze gebruiken voor distributie van diervoederproducten bij onder meer dierenspeciaalzaken en dan is zicht rondom belangrijk. Gemiddeld bezoeken we per dag met een truck twintig tot vijfentwintig adressen, ook plekken waar we weer producten laden die we op het bedrijf nodig hebben. De lage instap van de CF, waarvan de gemeente Amsterdam onlangs nog twee elektrische varianten aanschafte voor afvalverwerking, is dan een extra pluspunt. De DAF CF’s 410 staan voor drie-assige opleggers met een liftas en stuuras om het manoeuvreren makkelijker te maken in de steden.”
Groei voor Tijssen Goed voor Dieren
De twee nieuwe DAF-trekkers zijn uitbreiding van het wagenpark, dat nu uit tien voertuigen bestaat. Het werk is toegenomen bij Tijssen Goed voor Dieren. Volgens Van de Wiel vooral de laatste paar jaar, onder meer doordat meer mensen een huisdier hebben genomen ten tijde van corona. De eerste nieuwe CF 410 is vorig jaar geleverd en recent is de tweede in gebruik genomen. De trekkers zijn van alle gemakken voorzien, zoals een luxe chauffeursstoel, DEB-motorrem, met leder bekleed stuurwiel, audiosysteem met navigatie en camera’s voor de dodehoek en voorzicht achter de oplegger. Aan de buitenkant zijn ze voorzien van extra verlichting en zijn de spiegels, zonneklep en de grille in de lakkleur meegespoten.
Het interieur van de CF 410 van Van de Wiel is het bekijken waard. Vrijwel alles is afgewerkt met leer. De hemel is afgewerkt met geknoopt leer in de stijl van Chesterfield. Er is ledverlichting aangebracht en in de achterwand van de cabine prijkt een DAF-logo met rode achtergrondverlichting. Dat zijn in het oog springende extra’s maar wie goed kijkt ziet nog vele kleine details. Van de Wiel: “Bij Tijssen krijgen chauffeurs de mogelijkheid om het interieur te laten verfraaien. Dat het kan maakt het rijden aantrekkelijk. We zijn gemiddeld toch 70.000 tot 80.000 km per jaar onder weg.”
