De Nederlandse export bestaat uit goederen van Nederlandse makelij, wederuitvoer en quasidoorvoer. De export van Nederlandse makelij groeide met 20 procent ten opzichte van 2019. Dat werd vooral veroorzaakt door hogere prijzen.  Wederuitvoer en quasidoorvoer namen samen met bijna de helft af. Bij de wederuitvoer- en quasidoorvoerstromen gaat het om goederen van buitenlandse makelij die via Nederland naar andere landen getransporteerd worden. Daarin spelen in Nederland gevestigde distributiecentra een rol. 

Handelsrelatie met Verenigd Koninkrijk

Sinds het vertrek van het Verenigd Koninkrijk uit de Europese Unie gaat er beduidend minder wederuitvoer en quasidoorvoer van Nederland naar Groot-Brittannië. Het CBS stelt daarover: “Sinds het Verenigd Koninkrijk de EU heeft verlaten, is de handelsrelatie tussen beide veranderd. De afname van wederuitvoer en quasidoorvoer naar het Verenigd Koninkrijk is onder andere toe te schrijven aan een verlegging van enkele goederenstromen uit Azië. Hightechgoederen, maar ook geneesmiddelen en kleding, gingen voorheen onder meer via Nederland naar het Groot-Brittannië. Het land importeert deze goederen nu mogelijk rechtstreeks.” 

Contrast met internationale groei

De 20 procent daling van het bilaterale vervoer naar Groot-Brittannië staat in groot contrast tot de 3,5 procent stijging van het internationaal over de weg vervoerde gewicht waar CBS in april over berichtte.