De gewijzigde kwalificatiedossiers zijn tot stand gekomen door samenwerking tussen Transport/Logistiek en Handel. Alle studenten starten de opleiding met dezelfde basisvakken en gaan zich pas later specialiseren. “Op die manier kunnen de studenten een meer gefundeerde keuze maken voor een uitstroomrichting”, licht Caroline Blom toe. Zij houdt zich bij TLN bezig met strategisch arbeidsmarktbeleid, onderwijs, rijbewijzen, code 95 en beroepscertificaten. “Iedereen maakt tegenwoordig deel uit van een informatiesamenleving, met een toenemende hoeveelheid digitale informatie en data, diversiteit aan devices en behoefte aan inzicht in samenhang tussen systemen. Het is dan ook logisch dat werknemers in de transport en logistiek veel moeten weten van ICT en ICT-toepassingen.”

Meer ICT in logistieke opleiding

Eens in de vijf à zes jaar wordt een Kwalificatiedossier (KD) aangepast aan de huidige situatie op de arbeidsmarkt. “Ook is er een KD-BCP (Beroeps Competentie Profiel) onderzoek uitgevoerd naar de behoefte in de markt”, vertelt John van Rijn van Sectorinstituut Transport en Logistiek. “Met de gewijzigde kwalificaties kunnen de opleiders aan de gang om de mbo-opleidingen Logistiek aan te passen.” 

Het gaat allereerst om de opleidingen Logistiek Medewerker niveau 2 en 3 die inhoudelijk zijn gewijzigd. Zo is een belangrijke wijziging de aanvulling van het keuzedeel ‘Digitale vaardigheden basis’. Verder zijn de opleiding Planner niveau 3 en de opleiding Manager Warehouse niveau 4 omgevormd en samengevoegd tot de opleiding Specialist transport en logistiek niveau 4. Hierin is het keuzedeel ‘Digitale vaardigheden gevorderd’ opgenomen. “Hierbij wordt in het midden gelaten of iemand na de opleiding procesmanager of planner wordt”, aldus Van Rijn. Ook de opleiding Logistiek supervisor niveau 4 bevat het nieuwe keuzedeel ‘Digitale vaardigheden gevorderd’ naast het keuzedeel ‘Automatisering met behulp van ERP-systemen’. 

Digitale communicatie

Centraal in het keuzedeel ‘Digitale vaardigheden basis’ staan de kennis, vaardigheden en competenties die de mbo-deelnemer nodig heeft bij de uitoefening van zijn of haar beroep ongeacht het softwarepakket, de vorm van verwerking en werkwijze. Werknemers hebben te maken met een informatiesamenleving waarin er een toevloed is aan digitale informatie en data, op een grote diversiteit aan devices. Hierbij moeten zij steeds meer inzicht hebben in de koppeling tussen systemen, het op juiste wijze verspreiden van informatie en de verantwoording voor toekomstige juiste bewaring. Alle informatie wordt immers verspreid door en vindt plaats met behulp van systemen. Dit betekent dat niet alleen kennis over het systeem aanwezig moet zijn, maar dat ook een keuze moet worden gemaakt voor een vorm waarin digitaal wordt gecommuniceerd en de wijze waarop de werknemer te werk gaat. Tot slot moet er inzicht zijn in hoe effectief men ICT in kan zetten bij zijn beroep.

Digitale vaardigheden gevorderd

Er is een relatie met het keuzedeel ‘Digitale vaardigheden gevorderd’. Het verschil is dat daarin extra werkprocessen zijn aangewezen die het keuzedeel ‘Digitale vaardigheden basis’ overstijgen. Andere verschillen zitten in de complexiteit: in het keuzedeel ‘Digitale vaardigheden gevorderd’ bedenkt de beroepsbeoefenaar vaker strategieën en past methodes toe. ‘Digitale vaardigheden gevorderd’ is daarom een keuzedeel dat bij uitstek geschikt is voor niveau 3 en 4.

Beide keuzedelen omvatten digitale kennis, vaardigheden en competenties die werknemers breed in kunnen zetten bij het uitoefenen van hun beroep, ongeacht het softwarepakket, de vorm van verwerking of werkwijze. Deze keuzedelen zijn relevant voor alle beroepen waar intensief gebruik wordt gemaakt van digitale informatie, gegevens en content als input voor verdere verwerking. Door een certificaat te koppelen aan deze keuzedelen wordt de waarde en herkenbaarheid voor de arbeidsmarkt vergroot.

Lees ook:
Innoveren in logistiek, daar hoort onderwijs ook bij

“Het is niet goed mogelijk om echt invulling te geven aan het ontwikkelen van trajecten voor een leven lang leren in de logistiek”, schrijft Albert Veenstra in zijn column.