De illusie dat de brief aan de Britse transportminister écht zou leiden tot een beleidsverandering aan Britse kant, had Susanne Dirksen niet toen ze eind september op de knop ‘verzenden’ drukte. “Fantastisch!”, zegt ze met een big smile. “We hoopten op bewustwording, maar een reactie hadden we niet verwacht.” Want die kwam er. Ze kregen een Teams-gesprek met de hoogste ambtenaar van het Department of Transport. “Hij was benieuwd naar hoe wij de voorgestelde uitbreiding van de cabotageregeling zagen. We hebben uitgelegd dat we niet het werk van de Britten willen overnemen, maar het probleem van het tekort aan chauffeurs in Engeland proberen op te lossen door extra ritten op Britse bodem als onze wagens er toch al zijn.” 

Binnen een week was het vervolgens geregeld. Buitenlandse chauffeurs mogen nu een halfjaar lang in een periode van twee weken ongelimiteerd cabotageritten uitvoeren. “Daarmee is niet het hele probleem opgelost, maar is de druk er vanaf”, zegt Dirksen. “Een hele geruststelling met de feestdagen voor de deur.”

‘Het is zaak de sector anders te gaan inrichten. Ik denk aan meer barge en spoor. Het voor- en natraject kun je dan doen met vrachtauto’s’

susanne dirksen, salesmanager bij schavemaker transport

Zo enthousiast en gedreven als Dirksen vertelt over de geslaagde actie met de brandbrief, zo enthousiast en gedreven vertelt ze ook over haar werk bij Schavemaker Transport. “Na zeventien jaar te hebben gewerkt bij andere transportbedrijven, ben ik tien jaar geleden bij Schavemaker begonnen als salesmanager. Het leuke van werken bij een familiebedrijf is dat je meer kunt doen dan wat er in je functieomschrijving staat. Zo heb ik afgelopen jaar samen met de procesmanager het hele traject doorlopen voor het halen van de eerste Lean & Green Star. Daarnaast is het mooie van Schavemaker dat we volop in ontwikkeling zijn. We zijn intussen veel meer dan de staalvervoerder van jaren geleden. Schavemaker groeit en investeert in de toekomst. Inmiddels bieden we ook transport per barge en eigen trein naar Polen aan. Dat maakt mijn werk afwisselend en past bij mij.”

Gekke periode voor de sector

Als het gaat over investeren in de toekomst, dan komt het gesprek met Dirksen al snel op de energietransitie en de moeilijke keuze waar vervoerders nu voor staan. “Het is een gekke periode voor de hele sector”, zegt ze. “Ons wagenpark bestaat uit lng- en Euro 6-voertuigen. Zou je willen vervangen of uitbreiden – lastig, want er is op dit moment geen truck te krijgen –, dan zou je nu nog steeds gaan voor die opties als je internationaal rijdt. Maar wat doe je over twee of drie jaar? Kies je dan voor waterstof of elektrisch? Beide zijn veel te duur en elektrisch is voor internationaal transport niet haalbaar. We onderzoeken nu wat wijsheid is op termijn. Daarbij moet je er rekening mee houden dat het energienetwerk onvoldoende capaciteit heeft om alle personenauto’s en vrachtwagens over een paar jaar van stroom te voorzien. En hoeveel laadpalen moeten er dan wel niet bijkomen? Bovendien is de vraag hoe groen de elektriciteit is die elders wordt opgewekt. En wat te denken van de productie en het afval van de batterijen als het gaat om milieu...” 

“Meer gebruikmaken van standaardmaten voor verpakkingen en containers voorkomt leegrijden.”

Naast het tekort aan voertuigen loopt Schavemaker ook aan tegen het tekort aan chauffeurs. “Nog nooit meegemaakt”, zegt Dirksen. “Al jaren wordt er geroepen dat we een probleem hebben. Altijd wisten we er weer wat op te verzinnen, maar nu wordt het alleen maar erger. Jonge aanwas is er niet en veel 55+-chauffeurs ervaren te veel druk en vertrekken. In onze tak van sport hebben chauffeurs dagelijks te maken met congestie op terminals en te korte slottijden. Ik zou willen pleiten voor een ruimer aanmeldingssysteem in dagdelen. Dat geeft meer marge en minder druk bij chauffeurs en planning.” Ze lacht: “Daarbij zeg ik altijd: degene die just in time heeft bedacht, houdt van living on the edge. Je kunt immers altijd te maken krijgen met files. En kijk eens wat er vorig jaar gebeurde in de logistieke ketens tijdens de coronacrisis. Bedrijven moeten daarom minimumvoorraden gaan aanhouden. Ook dat geeft minder druk. Gelukkig wordt de wereld nu wakker geschud – mede ook door het schaars en duur worden van containers – en gaat er langzaam wat veranderen.”

Modal shift

Het gebrek aan chauffeurs wordt dus groter en het is volgens Dirksen een illusie te denken dat de sector de benodigde mensen gaat vinden. “De jongere generatie wil geen veertig uur of meer werken, ze wil meer balans tussen werk en privé. Het is dus zaak de sector anders te gaan inrichten. Ik denk persoonlijk aan meer barge en spoor. Het voor- en natraject kun je dan doen met vrachtauto’s. Dagritjes die chauffeurs al dan niet parttime kunnen uitvoeren.” 

Verder is Dirksen van mening dat het consumptiegedrag van mensen moet veranderen. “Geen producten kopen voor eenmalig gebruik en groenten niet per stuk verpakken. Ook moet er meer productie in Europa komen en moet er wereldwijd meer gebruik worden gemaakt van standaardmaten voor verpakkingen en containers. Dat voorkomt leegrijden.”

Dit interview krijgt u cadeau van Transport & Logistiek. 
Voortaan alles lezen? 
Kies dan hier uw (online)abonnement!

De salesmanager verwacht verder dat Europa, net zoals Groot-Brittannië, te maken gaat krijgen met stijgende kostprijzen, mede als gevolg van het capaciteitstekort. “En het Mobility Package dat in februari 2022 ingaat, maakt het niet beter. Vrachtauto’s moeten iedere acht weken terug naar het land van herkomst. Dat chauffeurs regelmatig naar huis gaan, is niet meer dan logisch, maar die trucks moeten blijven rijden. Er is al een capaciteitsprobleem en daarbij komt dan ook nog eens extra CO2-uitstoot en leegrijden. Dat plan is niet goed doordacht in Brussel en moet écht worden herzien.” 

Veerkracht

Al met al wordt 2022 een uitdagend jaar. “Ongekend”, verzucht Dirksen. “Maar ondanks dat,vind ik het heel knap hoe veel bedrijven blijven investeren en innoveren. Ondanks lastig beleid vaart iedereen daarin zijn eigen koers. En ook corona heeft het niet makkelijker gemaakt. Vijfjarenplannen heb ik zien veranderen in eendagsplannen. Het geeft aan hoe veerkrachtig de sector is. Daar ben ik trots op. Het probleem voor de komende jaren is wel dat – hoe veerkrachtig we ook zijn – er nu veel grote zaken liggen die wij niet kunnen oplossen. Het is daarom belangrijk om met klanten te gaan voor partnerships. Samen kijken naar hoe je continuïteit kunt behouden en elkaar kunt helpen. Doe je dat als volwaardige partners, dan komen daar zeker mooie dingen uit.”